
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Morgen is het Vaderdag. Ik vind dat een nogal ongemakkelijke dag. Vroeger was het nog wel geinig, met al die zelfgemaakte knutsels waar ik dan heel enthousiast op ‘mocht’ reageren; ze hadden toch maar mooi weer hun uiterste best gedaan. Maar mijn kinderen zijn inmiddels zo oud dat de knutsels langzaamaan ingeruild worden voor een fles huismerk-douchegel of een zo goedkoop mogelijke aftershave. Want je moet toch íéts, hè. Als puber met een pa. Helemaal niks is ook weer zo lullig.
En daar wringt de schoen. Dat eeuwige moeten. Ik moest vroeger veel van mijn – toen nog – zeer strenge vader. Téveel. En als ik niet aan zijn eisen voldeed, kon ik een klap krijgen. Alles draaide voor hem enkel en alleen om mijn (leer)prestaties. De rest, die mij tot ‘mij’ maakte, interesseerde hem geen biet. Hij luisterde simpelweg niet. Nooit. Wat mij buiten school om bezighield, was van onderschikt belang. Want: enkel succes maakt de man. Dat was destijds zijn levensmotto.
Des te pijnlijker was het voor hem om mij, zijn nakomertje, als pennenlikker te zien falen.
“Zo zonde: heb je – van mijn centen nog wel! – gestudeerd, ga je de slome schrijver uithangen! Dat verdient toch voor geen meter? Dan kun je net zo goed werkloos zijn. Ga eindelijk eens wat fatsoenlijks doen, jongen!”
Hoe vaak ik dat niet gehoord heb. Enfin. Ik had in zijn ogen al vroegtijdig gefaald.
Voor mijn zus gold het tegenovergestelde: zij had juist thuis te blijven, een succesvolle man te trouwen en kinderen te krijgen. Deed ze niet; ze kreeg maar één kind, bleef ‘Bewust Ongebonden Single’ (“I’m a BOS!” gilt ze nog steeds regelmatig) – en zeker niet thuis. Volgens mij is ze zowaar lesbisch (of bi), maar dat uit de kast komen lukt vooralsnog niet zo goed. En ze verdiende zelfs een tijd lang een slordige cent als agile scrum coach voor bedrijven. Wederom een totale teleurstelling voor mijn pa, want daar snapte hij helemaal niets van. Ik ook niet, maar ik veroordeelde haar er tenminste niet om. Ze moet vooral doen wat ze wil en kan. Ook al is dat warrig en onbegrijpelijk.
Mijn broer voldeed, als investment consultant voor een bank, dus als enige van ons nog enigszins aan pa’s hoge verwachtingen. Maar die is enkel uitgegroeid tot een misogyne klootzak. Daardoor? Wie weet. Mijn vader zag het sowieso niet, want mijn broer verdiende tenminste goud geld. De goeie jongen.
In de huidige postpatriarchale wereld kan zo’n vaderschapsinstelling gelukkig echt niet meer. Dan moet je als vader te allen tijde begrip hebben voor het maatschappelijke drukjuk dat op de puberale schouders drukt. Alles wat zij niet kunnen of willen, valt te verklaren met jouw opvoedkundige capaciteiten. Als ouder heb je dan ook enkel de hoofdtaak om te voorkomen dat je koters “opvoedings-PTSS” krijgt, nadat ze hun jeugd succesvol ‘doorleefd’ hebben.
Enfin, ik heb dus ook zo’n soort van PTSS, getraumatiseerd door non-opvoeding. Ik heb nooit knutsels voor Vaderdag naar huis meegebracht; als kind wist ik al dat mijn pa géén goede vader was. En mijn moeder zweefde – begrijpelijkerwijs, want wat wil je met zo’n bullebak van een eega – 24/7 in hogere sferen. Daar had ik dus ook niet veel aan.
Hoe anders is dat nu. Op zijn oude dag is mijn vader milder en empathischer geworden. Veel tevredener dan toen. Waardeert meer. Vraagt hoe het gaat. Wat ik zoal schrijf. Hij weet dat ik ook zo nu en dan over hem schrijf en beseft inmiddels dat hij vroeger nogal ‘pedagogisch onverantwoord’ bezig was. Dat probeert hij nu te compenseren met oprechte, ongeveinsde interesse. Hij heeft het eindelijk geleerd, dat vader zijn.
Ik probeer op mijn beurt Nick en Simone te behoeden voor traumatische opvoedingservaringen. Ik ben echter ook niet perfect. Ik heb hun moeder ‘weggejaagd’, ik ben een redelijke kluizenaar en ik geef zelden goede voorbeelden. Maar: ik ben er voor hen. Natuurlijk geef ik hier op HoeMannenDenken geen objectief beeld van mijzelf, als alleenstaande papa. Ik schrijf enkel de geinige dingen op. De situaties waarin ik goed gehandeld heb. Die mij in een gunstig daglicht zetten. Al het andere, alles wat niet zo geweldig loopt (en dat is véél), laat ik liever in de coulissen van mijn vaderschapstheater.
Maar ik probeer in ieder geval wél om nu al die mildere, meer begripvolle en wél luisterende vader voor hen te zijn. Ik ben dan ook benieuwd of ik morgen nog met zelfgemaakte originaliteiten word verrast of dat ik nu daadwerkelijk een papa van het kaliber ‘lichaamsverzorgende alibi-cadeautjes’ geworden ben. En met hun chaotische puberbreinen is ‘helemaal niks’ ook een realistische optie. Dat zou dan wel een teken aan de wand zijn. Ik denk dat ik maar eens iets origineels ga knutselen voor mijn pa.