
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
“Vertelt u eens, wie van u heeft moeite om duidelijk met uw kind te communiceren?” De docente kijkt met hoog opgetrokken nepwenkbrauwen in de rondte. Doodse stilte. Dan steekt een moedige moeder haar hand op. Prompt volgen er meer. Tot iedereen in het lokaal met een arm in de lucht zit. Behalve ik. Want ik vind het een stomme vraag.
“Ligt er maar net aan wat u met ‘duidelijke communicatie’ bedoelt,” waag ik te opperen, als de handenstorm weer is gaan liggen. De blik van de spreekjuf spreekt boekdelen: ‘Heb je die Enkeling weer. Lastige vent.’ Maar ze weet het onder woorden te brengen: “Met duidelijk bedoel ik, dat u weet wat uw kind u wil vertellen. Dat u uw kind kunt zeggen wat u wilt én dat uw kind ook snapt wat u bedoelt.”
Aha. Duidelijk. Not.
“Mijn kind vertelt sowieso nooit wat, dus geen idee of ze me überhaupt iets duidelijk wil maken. En als ik iets van haar wil, weet ze altijd donders goed wat ik bedoel, maar ze doet het gewoon niet. En op een directe vraag antwoordt ze altijd met iets als: ‘weet ik veel, nu niet pa.'”
De juf kijkt me afkeurend aan. “Dan moet u toch echt duidelijker communiceren, meneer Enkeling.”
Enfin. De ouderavond Simone’s klas is vooralsnog geen succes. De aanleiding: er zijn nogal wat vernielingen en semi-criminele akkefietjes voorgevallen. En volgens de school is dat met name te wijten aan de gebrekkige communicatie tussen ouders en hun kroost. Daarom zit ik nu, samen met een vijftiental andere ouders, in de aula. Op het matje geroepen voor de ‘speciale gelegenheid ter discussie van kleine criminaliteit en sociaal gedrag in het voortgezet onderwijs en de ouderlijk communicatie daaromtrent’, zoals de avond kort en bondig (ha ha) bestempeld wordt.
Samengevat: de ouders dragen weer eens schuld van alle wangedrag en schoolse ellende. Ik had bij voorbaat dan ook al totáál geen zin om te gaan, maar ik wist dat een paar andere moeders-die-ik-wel-leuk-vind zouden komen. Zo’n unieke gelegenheid kun je natuurlijk niet links laten liggen.
En nu wil de school ons ouders beleren over communiceren. Om zo de frustraties van de kinderen boven tafel te krijgen, met het ultieme doel de jeugdcriminaliteit (lees: schoolse ongein uithalen met suffe leraren die nooit een pedagogisch beroep hadden moeten kiezen) terug te dringen. Want jongeren die zich onbegrepen voelen, vervallen vaker in crimineel en vernielzuchtig gedrag. Hoe zorg je ervoor dat je kind (wél) vertelt wat eraan schort, waar het hapert, én waarom? Hoe zorg je dat je kind zich begrepen en gewaardeerd voelt? En hoe krijg je zinnige woorden uit je kind. En last but not least, hoe ram je er weer enige discipline en verantwoordelijkheidsgevoel in?
Ik denk meteen terug aan de ontelbare pogingen die ik al gedaan heb om er überhaupt een paar zinnige woorden uit te krijgen. Een hard gelag.
“Hoe ging je proefwerk?”
“Mwaah…”
“Ach kom, hoe schat je het zelf in?”
“Weet ik niet.”
“Wat kreeg je dan? Wat waren de opgaven?”
“O, van alles. Weet ik niet meer.”
Getergd hef ik uiteindelijk de handen ten hemel en geef het op, want ik weet dat er toch niet meer uit te hengelen valt.
Ik heb de grootste moeite om het gewauwel van de docente te volgen. Het lukt me niet om er enige praktische waarde in te ontdekken. Maar: het niet in slaap vallen is me dan wel weer gelukt.
Na afloop klets ik nog even met Marinde, een zwierige, aantrekkelijke, single moeder (MILF mag je niet meer zeggen tegenwoordig) van een van de vriendinnetjes van Simone.
“Snapte jij er wat van? Wat was nou de zin van deze avond?” vraagt ze.
“Ik denk dat ze enkel wilden zien welke ouders nog enigszins bereid zijn om iets te doen voor hun kroost, al is het maar naar ouderavonden komen. Degenen die er niet waren, díé zijn de oorzaak van de werkelijke ellende. Waarschijnlijk óf te druk om zich überhaupt met hun kinderen bezig te houden, óf het interesseert hen allemaal geen reet. Allebei slecht voor het kind.”
“Zit wat in. Ga je mee wat drinken?”
“Ja!”
En toen werd het toch nog een leuke avond, want we hebben ons – ten behoeve van het wederzijds begrip – gestort op de hedendaagse jongerentaal. Dat was amusant. Zo weet ik nu dat een ‘gedane zaak’ newspeak is voor ‘sletje’, dat ‘joepen’ vrijen betekent en ‘planga’ een coole bril is én dat ik nog steeds ‘hari’ praktiseer (zoek zelf maar). Ondanks de leuke moeders.
Zeer leerzaam voor de “duidelijke communicatie” met een jongere anno 2022.
Een weekje later. Ik ben aan het werk en heb de ouderavond allang verdrongen. Plots doemt Simone naast me op, zwijgend. Dat doet ze wel vaker als ze iets wil weten. Dan moet ik gewoon wachten en dan begint ze vanzelf.
“Hé pap? Ben jij laatst eigenlijk nog naar die criminele ouderavond van school geweest?”
“Yep.”
“En? Hoe ging het?”
“Bon.”
“Bon? Goed, dus? Hebben jullie nog iets belangrijks besproken dan?”
“Mwaah.”
“Wat dan?”
“O, van alles.”
“Wat dan precies?”
“Weet ik niet meer.”
“Jemig pap, moet ik echt naar álles gaan zitten vissen?!?”
Ik wist het! Pure bliss, dit. Ik wist dat ook een keer míjn moment zou komen.
Het moment waarop ik al die non-communicatie zou kunnen wreken. Lang leve ouderavonden!