
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Ik ben een ontdekker! Ik heb ontdekt dat er een relatie is tussen tijd en geluk. Misschien wist de halve mensheid dat al, maar ik moest er nog even achterkomen. Je zou kunnen stellen dat ‘geluk’ de afwezigheid van ongeluk is. Immers, wie bijvoorbeeld nooit ziek is, die heeft maar geluk met zo’n goede gezondheid. Maar het geluk dat ik bedoel, is meer dan dat, meer dan enkel een gebrek aan ongeluk.
En dat hangt weer samen met de tijd die je nog rest.
Op het eind van je leven weet je dat je enkel nog datgene moet doen waarvan je blij wordt. Het chillen van de jeugd zou eigenlijk door de ouderen gebezigd moeten worden. Want die hebben de minste tijd over. Tenzij je in het paradijselijke hiernamaals en de eeuwige jachtvelden gelooft, natuurlijk.
Vroeger dacht ik altijd dat tijd lineair was. En daarmee geluk ook. Dat het leven één lange lijn van momenten is,. Ogenblikken die als dominostenen omvallen. Secondes die gewoon gebeuren. Eenmaal gevallen, is het moment voorbij. Tot nimmer weerzien. Gelukkig of niet. Die momenten vallen om in dagen, die pardoes weer in nieuwe dagen tuimelen. En zo verder, tot er een dominosteen verkeerd geplaatst is en de keten doorbroken wordt. Dan houdt het op. Het leven. Het geluk.
Maar dat klopt dus niet. Zo ís het helemaal niet! Momenten vallen niet lineair. Ze vallen om ons heen. Willekeurig en overal, als regendruppels in een plensbui. Of, bij kou, als sneeuwvlokken. Of, bij feest, als confetti. De gelukkige momenten vallen net zo als de ongelukkige. En dat heeft niets met het tijdstip van vallen te maken, enkel met de waarneming ervan.
— Kun je me nog volgen? Ja? Mooi! —
“Ik kom tijd tekort!”
“Zaten er maar meer uren in een dag…”
“Daar heb ik echt geen tijd voor, hoor.”
Allemaal kreten die aangeven dat je jouw vallende momenten niet waarneemt. Dat je leeft in het stramien van de lineaire tijd. En lineair geluk. Ik was ook zo.
Maar aangezien ik een meevaller heb gehad (vraag niet welke) en ik het mij kan veroorloven om wat tijd bij de kladden te grijpen, ga ik mijn dominostenen even opnieuw opstellen. In de hoop op meer geluk. Ik ga tijd besteden aan mijn kinderen. En aan het hervinden van het geluk, dat ‘even niets doen’ je kan geven.
Oftewel: ik ga op vakantie! WIJ gaan op vakantie. Op zoek naar een toevallig vallend geluksmoment, zónder gestresst zoveel mogelijk geluk in één week te moeten proppen, om uiteindelijk nóg gestresster thuis te komen. We gaan op tijdsvakantie in de Ardennen. Nu Simone nog ervan overtuigen dat er een leven zonder mobieltje is.
Eigenlijk ben ik helemaal geen ontdekker, ik ben een geluksontdekkingstijdreiziger!
Althans, de komende paar weken. Jullie zie ik daarna wel weer. Als ik zo gelukkig ben, dit te overleven. Daarover later zeer waarschijnlijk meer. Hasta la vista, baby’s. I’ll be back.
Fijne geluksvakantie