
bron: tegelizr.nl/MW
Twee dames begroeten me, net voordat ik de zaal waar ik ademcursussen geef, wil binnen lopen. Allebei een jaar of twintig. De onvermijdelijk mobieltjes in de hand. Je zou kunnen zeggen: de YouTube generatie die is opgegroeid met schermen waarop je voortdurend naar rechts moet vegen.
Ze lijken sprekend op elkaar. Tweelingen. Geen twijfel mogelijk.
“Dag, meneer Paco, ik ben Hennie,” zegt één van de dames.
“En ik ben Jennie,” zegt de ander.
“Is het werkelijk?” vraag ik.
Ik dacht echt dat ik alles al had meegemaakt.
“U bent toch een ademcoach?” vraagt Hennie.
“Jazeker, hoe weet je dat?”
“Dat heeft onze oom verhuld,” zegt Jennie.
“Verhuld? Je bedoelt zeker onthuld.”
“Where ever,” zegt Hennie zonder blikken of blozen.
“Het is whatever, lieverd. Maar goed, hoe heet die oom?”
“U kent hem vast wel. Dirk-Jan de Vries, heet hij. Hij heeft u aangebevolen.”
“Aanbevolen, schat.”
“Ook goed, meneer Paco. Mooi zaaltje heeft u. Zit er ook een zwembad bij?”
“Natuurlijk! Wat moet een mens tegenwoordig zonder zwembad.”
Dan lopen wij de zaal binnen waar wij, bij hoge uitzondering, Mikkel al aantreffen. Mikkel is schoonmaker en conciërge, of zoals hij het zelf liever formuleert: interior designer. Meestal slaapt hij nog om deze tijd. Op andere tijden ook overigens.
“Dag Mikkel. Dit zijn Hennie en Jennie. Zeg eens dag tegen Mikkel, dames.”
“Dag Mikkel!”
“Leuk hè, Mikkel? Ik zei net nog tegen de dames, dat wij zo’n geestig zwembad hebben.”
Mikkel kijkt of hij de Here Jezus over het water ziet skiën. “Ja,” bromt hij. “Ik stak net mijn teen nog in het water. Minstens 30 graden.”
Hennie en Jennie kirren verrukt. “Mogen wij straks even zwemmen?”
“Ja hoor,” antwoord ik. “Maar eerst het zakelijke gedeelte. Waar hebben jullie mij voor nodig?”
“Wij willen dat jij ons beademing-les geeft,” zegt Hennie. “Onze oom Dirk-Jan heeft daar ook zo’n gebaat bij?”
“Baat bij, schat,” corrigeer ik. “Maar beademing? Daar doe ik niet aan. Daar zijn andere specialisten voor. Mikkel hier, bijvoorbeeld. Die weet alles van beademen. Toch, Mikkel? Bovendien is Mikkel meer van jullie leeftijd. Lijkt me een stuk gezonder.”
“Where ever,”’antwoordt Jennie. “Zullen we dan nu gaan zwemmen?”
Mikkel en ik lopen samen met Hennie en Jennie naar het piepkleine tuintje achter de zaal.
“Kijk,” zegt Mikkel. “Leuk hè? Het is nog overdekt ook.” Hij wijst op een rol gaas die over een vijvertje van één bij twee is gespannen.
Hennie en Jennie kijken verbijsterd toe. “Maar…. maar… noemen jullie dat een zwembad?”
“Nou nou, dames,” antwoordt Mikkel. “Voor de karpertjes die daar ronddobberen is het echt luxe hoor. En kijk eens naar dat prachtige gaas. Daar kan geen reiger bij komen hoor…”
“Maar waarom drijven ze op hun rug, Mikkel?” vraagt Hennie met grote ogen.
Een terechte vraag. Het valt mij nou pas op, eerlijk gezegd.
“Omdat ze hun buik willen bij bruinen, dames. Wat zeg jij ervan, meneer Paco?”
“Where ever, Mikkel… Where ever… ”
“Het is whatever, meneer Paco,” corrigeert Hennie met een afkeurend glimlachje.
De vraag is of die dames wel een badpak bij zich hadden. Geheel textielloos in zo’n vijver is erg heikel. Beademen achteraf zou wel eens nodig kunnen zijn.