
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Ik ben nog nooit zo blij geweest om weer thuis te zijn.
Thuis, waar ik alles heb wat mijn hartje begeert, alles wat ik nodig heb om tot rust te komen.
Thuis, waar de stopcontacten het állemaal doen, de inductieplaat mij van fatsoenlijk gegaard voedsel voorziet en de koelkast de heerlijkste etenswaar bevat.
Thuis, waar de wasmachine werkt en waar ik zelfs mijn voeten op tafel kan leggen. Omdat er waarachtig een échte tafel staat.
Ik dacht: ik ga eens lekker een paar weken weg. Met de kinderen.
Ik dacht: laten we gaan kamperen. Want wat is er nu mooier?
Ik dacht: België! De Ardennen! Geweldig! Lekker relaxen.
En zo geschiedde. Niet.
Ik leende twee koepeltentjes en een basic kampeeruitrusting van een vriend (die dit jaar in een luxe hotel in Griekenland ging relaxen, het luxebeest) en boekte een plek op een natuurcamping niet ver van het water.
“Moet ik écht mee?” vroeg Nick nog, in een laatste wanhopige poging tot alleen thuis mogen blijven.
“Ja. Iemand moet mij redden als ik stom bezig ben.”
“Ja, ik ga mooi niet alleen op vakantie met papa!”
Diepe zucht.
De koepeltentjes stonden in een mum van tijd. Prachtige dingen. Het kooktoestel op benzine was daarentegen een ramp. Niet te doen. Volgens mij stamde het ding nog uit de Tweede Wereldoorlog. Eerst je suf pompen om druk in de tank te krijgen en vervolgens bij het ontsteken donders oppassen dat je haar niet in de fik vliegt. Ik betreurde het ten zeerste dat ik mijn eigen hachelijke barbecue niet had meegenomen.
Maar ik had goed geboekt, want naast ons stond Thierry, de opperkampeerder. In zijn eentje. Met een camper. En buurman Thierry bleek dé bbq-kampioen van heel de Ardennen te zijn; van alle gemakken voorzien. Hij had zelfs een echte tafel! En een comfortabele tuinstoel. Wij niet. Wij zaten op Appie-klapkratten.
Thierry had ook wijn. En bier. En een navenante buik. En heel, héél veel vlees in zijn camperdiepvriezertje. Tot groot verdriet van Simone. Ja, met Thierry zouden wij de winter zomer wel doorkomen. ‘s Nachts konden we niet slapen door Thierry’s gekreun en gesnurk, dat – letterlijk – over de hele camping weergalmde, maar wij vergaven hem ochtend na ochtend. Want Thierry hield ons in leven met roerei, koffie en tosti’s.
Zijn verhalen waren tenenkrommend. Zo scharrelde Thierry op elke camping wel een “vrouwtje” op. Na een paar dagen “onfatsoenlijke bediening in de vaginale onderwereld,” zoals hij het noemde, was zo’n wiefke dan wel bereid om zijn was en afwas te doen. Dat was namelijk het enige waar hij een bloedhekel aan had tijdens zijn kampeertripjes.
“De ene hand wast de andere hè!” riep hij steeds weer olijk. En daarop volgde dan steevast een uitbundig “LETTERLIJK!”
Bij Thierry was letterlijk álles letterlijk. Niets was figuurlijk of zelfs maar theoretisch.
“Ik ging letterlijk dood van ellende!” Maar vervolgens leefde hij er vrolijk verder op los.
“Ze haalde letterlijk het bloed onder mijn nagels vandaan.”
En ook: “Die gozer was zo verslaafd aan seks, hij had er letterlijk steeds de mond vol van!”
Oké, Thierry. TMI.
Wat we buiten Thierry om nog deden? Blaren kweken (want wandelen), de plaatselijke waterwegen verkennen (zweten, wildwaterraften – ja, dat kon toen nog, de nostalgie… – en wat later gezapig laagwaterbootje varen), discussiëren (ruziën), braden en bakken (in de onverbiddelijke zon), nieuwe man caves ontdekken (in de grotten van Han), bungelen (op de hangbrug over ‘t ravijn), heel hard “hoei” roepen in Hoei en een spaatje zuipen in Spa (wat een teleurstelling; hoop sjieke gebouwen en geen flikker te doen).
Simone kreeg van dat alles niets mee, want zij was enkel bezig met het overal-waar-mogelijk opladen van haar telefoon. Nick – die zo slim was om een powerbank mee te nemen (letterlijk), die hij vooral NIET aan Simone uit wenste te lenen – had 24/7 zijn oortjes in, dus daar viel niet mee te communiceren. In geval van opgeladen telefoon kletste Simone enkel met vriendinnen en met Tjerk, waarbij ze luid en duidelijk en in geuren en kleuren vertelde hoe vreselijk de vakantie wel niet was. Ik geef toe: ze had gelijk.