
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Na de gigantische grootinkoop – bij terugkeer van vakantie was alles leeg in huis, vooral de koelkast – zijg ik uitgeput neer op de bank. Wat een drukte. Wat een hitte. Wat een hoop gestoorde gekken op de weg. Wat een prijzen. Eerst maar eens een koffie.
Kak! Koffie! Ik ben het koffie-ijs vergeten! En de chips ook, tot overmaat van ramp. Twee zaken die in ons huishouden van overlevingsbelang zijn. Geen idee hoe me dit kon gebeuren. Ik kán niet zonder…
Tijdens de tweede teug bedenk ik me dat ik toch nog een stukje wilde wandelen. Dan wandel ik gelijk even naar de buurtsuper. Of naar de Aldi. Nee. Die is te ver. Dan is het ijs gesmolten bij terugkomst.
Vol goede moed (= jachtinstinct) werp ik het hengsel van de nieuwe XXL (camping)koeltas over mijn schouder en begeef mij op pad. Koffie-ijs, here I come! De hitte doet me bijna de das om, maar eenmaal binnen bij de super is ‘t gelukkig te doen. De chips is snel gevonden. Maar koffie-ijs hebben ze niet.
Binnensmonds vloekend loop ik met de zak chips naar de kassa’s. Van de vier is er niet eentje open. Alleen achter de postpakketjesbalie, helemaal links, staat een man. Hij ziet me twijfelen. Waar moet ik heen? Geen rij om aan te sluiten!
“Ik zou daar gaan staan waar de medewerker staat,” roept de man me jolig toe. Dat maakt het er niet beter op; ik zíé immers geen medewerkers. Ik wijs weifelend naar rechts. Hij schudt en wijst dan met twee vingers naar zichzelf.
O! Díé medewerker bedoelt hij.
“Ja, ik weet het, het is warm buiten,” zegt hij, mijn kassa-domheid vergoelijkend.
Ik kwak de chipszak op zijn toonbank, betaal met mijn telefoon en stop de chips in de tas.
Dan grinnikt de man nog harder: “Heeft u die koeltas speciaal voor die chips meegenomen?”
“Ja. U zei het hè? Het is warm buiten.”
Ik graai de bon mee en been weg. Op naar de Aldi. Koffie-ijs moet!
Maar dan treft mij het noodlot. Bij de Aldi hebben ze óók al geen koffie-ijs. Nu word ik pas echt chagrijnig. Stroop ik daarvoor de halve stad af? En wie is er in vredesnaam met MIJN koffie-ijs aan de haal gegaan? Dan zie ik van uit mijn ooghoek in een uithoek van de koeling nog een pakje met twee duurzame plastic bekertjes met koffie-ijs. Nee, correctie. Tiramisu-ijs. Ach nou ja, daar zit ook koffiesmaak aan. Het moet maar. Beter dan niets. Ik gooi mijn buit in het sleurmandje.
Maar ja, als ik nu nog dat hele stuk terug moet lopen met enkel die twee ijsbekertjes en een oververhitte zak chips in mijn koeltas, dan kan ik de Tiramisu thuis wel drinken. Er moet dus nog wat ijskouds bij, als koelelement.
Ik spied het vriesvak af. Geen doperwten. Wel kartonnen pakken spinazie. Ongeschikt. Die koelen niet genoeg. Vega Tikka-Massala-pasta, getsie. En Provençaalse maaltijdschotel met stukjes peul blief ik ook al niet. Dan maar diepgevroren plofkipfilets erbij. Die blijven vast wel koud en keihard tot thuis.
Bij de kassa zit een norse madam. “Mag ik even in uw tas kijken?” Eigenlijk wil ik nee zeggen, maar dat is geen optie. Ik open de tas. De chips gloort haar tegemoet.
“Heeft u die chips hier gekocht?”
“Ik heb hier nog helemaal niks gekocht, want ik heb nog niets betaald. En die chips is van de buurtsuper. U heeft deze chips niet in uw assortiment.”
“Oh.”
“Ja.”
“Bonnetje?”
“Nee.”
Onder haar toeziend oog verstouw ik de filets en het ijs bovenop de chips in mijn koeltas. Nu enkel nog de helletocht terug naar mijn grot. Ik voel me een ware jager en verzamelaar. Zo eentje met een grote buidel gevuld met de tijdens een slopende jacht bijeen gescharrelde, uitermate waardevolle buit.
Alles om te overleven in deze moderne, gejaagde wereld.
Vooral koffie-ijs.