
Bron: Gage Skidmore – WikiPedia
“Nou, die Trump is zéker 30 miljoen waard,” hoor ik iemand op tv zeggen. Fascinerend! Waarde aan iemand toekennen op basis van zijn of haar bezit. Dan ben je toch volslagen bewusteloos?
Ik word in mijn overpeinzingen gestoord door mijn hoogbegaafde buurman oom Jort. Hij waggelt binnen, hoort de opmerking op tv over Trump en vraagt hoe ik het vind dat Donald zich weer kandidaat heeft gesteld voor het Amerikaanse presidentschap.
Oom Jort lijkt met de dag vadsiger te worden. Niet zo gek in zijn geval; als de tv en zijn koelkast niet zover uit elkaar stonden, zou hij helemáál geen lichaamsbeweging meer hebben. Maar toch, goede vraag. Wat vind ik daarvan? Eigenlijk ben ik opgehouden met ergens iets van vinden. Iedereen moet tegenwoordig ergens iets van te vinden. Waarbij dat ‘vinden’ altijd alle kanten opgaat, om uiteindelijk te ontaarden in verbaal geweld en doodsbedreigingen.
Oom Jort kijkt mij nog steeds afwachtend aan, dus zeg ik maar iets: “Wist jij dat gisteravond vier mannen en twee vrouwen zijn opgepakt op verdenking van het hebben van geen mening? Bij twee van hen ontbrak trouwens niet alleen een mening, maar ook een identiteitsbewijs.”
Hij bekijkt mij met één opgetrokken wenkbrauw. “Volgens mij sla jij een beetje door. Je geest slaat op hol, amice. Dat kan ook niet anders, want je zit er bij alsof jouw leven een lange wedloop van hindernissen is, waarin jij zelf overigens de voornaamste hindernis bent, als ik zo vrij mag zijn. Was het niet Sai Baba die zei: ‘De geest is als een dolle aap?‘ Maar dat geheel ter zijde. Ik vroeg je iets over Trump.”
“Ik denk dat Sai Baba juist doelde op Trump, toen hij die opmerking over een dolle aap maakte,” antwoord ik. “En om je vraag te beantwoorden: eindelijk kon ik weer elke dag een krant lezen of naar de televisie kijken zónder nieuws over Trump. Maar nu begint die ellende dus weer van voren af aan. Daar word ik niet vrolijk van.”
Oom Jort zucht: “Ja, daar zit wat in. Jammer van zo’n fantastisch land.”
“Fantastisch?” vraag ik verbaasd. “Ik neem een land waar uitsluitend verkiezingen worden gehouden om te zien of de computervoorspellingen kloppen, niet echt serieus – laat staan dat ik zo’n land fantastisch vind. En als ze daar dan iemand kiezen die bij elke toespraak vertelt hoe geweldig hij is, zakt mijn broek helemáál af.”
Als oom Jort weer weg is, zap ik naar een ander kanaal. President Biden staat achter een microfoon. Hij verwijt Rusland dat het nog steeds genocide pleegt. Daar heeft hij een punt, hoewel ik mij afvraag hoeveel recht van spreken je hebt als in jouw eigen land de doodstraf nog steeds legaal is.
Dus zet ik de tv uit in een poging mijn gemoedsrust weer terug te vinden. Ik loop de keuken in en zie de opengeslagen krant op tafel. Mijn blik valt op de analyse van Trumps kandidaatstelling. Maar nog meer op de advertentie daaronder, in kapitale letters: ‘Gemoedsrust is de mentale toestand waarbij je het ergste hebt geaccepteerd.’
Van Trump zijn we bijlange nog niet verlost. Meer zelfs : hij begint nog maar !
Van mij mag die Trump nog wel een keertje terugkomen.