Soms staat er een kut in de kassarij. En ik vind een kut in de kassarij maar stom.
Afgelopen zaterdag trof ik toevallig zo’n muts. Een dame op leeftijd die snel voor mij in de rij ging staan en toen haar man er tussen liet. Die uiteraard een kar vol boodschappen mee sleepte. Per direct begon de mevrouw te mopperen dat er te weinig kassa’s open waren.
Ik liet het toe. Geen zin in gezeik, te moe voor dit soort schaamluis.
Een tweede kassa ging open en direct liep een man met een mandje er op af. De Kut maande haar eigen man om nog snel vooraan bij kassa twee te gaan staan, maar dát zag ik. En omdat ze eerst voorbij mij moesten, sloot ik rapido achter de man met het mandje aan. Mijn kar zat minstens zo vol als die van de Kut en met een woeste blik besloot ze om dan maar in de eerste rij te blijven wachten.
Toen bedacht ze dat ze nog iets nodig had. Ik vermoed een tube vaseline om die gortdroge lippen klam te krijgen. Ze liep de supermarkt weer in. Haar man ging ondertussen stiekem in de Playboy bladeren en had niet in de gaten dat zijn overvolle kar een beetje uit de rij gleed. Een jonge vrouw sloot aan bij rij één. Vóór de man met de Playboy.
Toen Kut eindelijk terug kwam, met in haar hand een zakje chocolade muntjes, smeet de man snel zijn rukblaadje een gang in en zette hij zijn kar schaamtevol achter de jonge vrouw. Kut begon eerst haar man uit te foeteren en vervolgens ging ze de jonge vrouw uitschelden. Wat ze wel niet dacht, om zo voor te dringen bij oudere mensen.
“Omdat uw man in de Playboy aan het kijken was, dacht ik niet dat hij in de rij stond, mevrouw. Hij stond stijf van de adrenaline. En dat snap ik goed, met zo’n kenau als vrouw.”
Ik genoot.
Dat zag de woeste Kut. “En jij had mij godverdomme ook voor kunnen laten gaan. Wij stonden eerst in de rij, eikel,” foeterde ze naar mij.
“Ik heb dat gezien. En daar heb ik inderdaad wel aan gedacht. Voor oudere mensen moet je immers respect hebben, nietwaar mevrouw. Maar toen zag ik dat onsympathieke hoofd van u, hoorde ik u naar zowel uw man als naar die dame uitvallen en vond ik het niet meer dan billijk dat u zo lang mogelijk moet lijden in deze hel die kassarij heet.”
Op mijn dooie gemak legde ik mijn eerste boodschappen op de band.
Wat een heerlijk begin van het weekend!
De verhalen hier worden elke dag leuker.