
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
“Denis, zou jij eventueel wat boodschappen voor me kunnen doen? Ik heb de griep…” Uit de telefoon komt de hevig krakende stem van mijn buurvrouw Mona.
“Tuurlijk! Kom eraan!” Ik snel naar haar huis schuin tegenover, want als mijn geliefde, bijna 82 jaar oude buurvrouwtje míj belt voor hulp, dan moet er toch echt wel iets aan de hand zijn.
“Hé buurman, komt d’r in…” rochelt ze in mijn gezicht, om vervolgens in een fikse hoestbui uit te barsten. Griep my ass, dit klinkt als de C! Ongewild deins ik een beetje terug.
“Nu al bang voor me?” grapt Mona. Ik kuch maar even.
Thuis heb ik nog een oude Coronatest liggen. Ik haal ‘m snel en na wat goedbedoelde instructies ragt Mona braaf met het staafje door haar gezichtsopeningen. Eerst de neus, dan achter in de keel. Ze kokhalst ervan. Begrijpelijk: áls ik al voor beide gaten zou gaan, dan zeker in omgekeerde volgorde. Lijkt me frisser. Maar goed, Mona test, en daar gaat het om.
“Hier, geef maar, ik doe de rest wel even voor je.” Met haar beverige reuma-vingers krijgt ze dat geroer en gedruppel toch niet voor elkaar. Ik stop het staafje in het buisje, roer in ‘t rond, trek het er wat uit, stop het er weer in en roer verder. Het lijkt wel de geslachtsdaad in Madurodam-formaat. Dan volgt het hoogtepuntje: ik druppel wat snotterig slijm in het testgaatje.
“Oeh, zo opwindend, dit,” mompelhoest Mona, “maar ik heb dat echt niet, hoor. Nooit gehad en ik ga het ook nooit krijgen. Dit is gewoon de ouwerwetse griep. Net als bij iedereen.” Mona is niet zo van de Corona.
Als echter het tweede rode streepje verschijnt, ruilt ze haar woorden in voor enkel nog een kort: “Goh… Dat ha’k nie verwacht…”
Ik denk slechts: oh shit, als ik het niet dacht… Want ik weet hoe dat kan gaan. En vooral: hoe ellendig ‘t nog kan worden. En dan was ik destijds nog wel een gezonde veertiger. Mona is tachtigplusser! Ik vind het zorgelijk en schuifel nog maar een stukje verder bij haar vandaan.
Mona fronst als ze mijn gezicht ziet. “Maak je je nou daadwerkelijk zorgen om mij? Wat schattig! Maar als je nu gewoon effe die boodschappen voor mij doet, dan ben ik zo weer de oude hoor!”
“Oud ben je nu al, meid,” plaag ik.
“Smeer ‘m, knul,” sneert ze terug, “haal mijn hoestdrankje!”
Woef! Eenmaal buiten haal ik een teug verse lucht en bekijk haar boodschappenlijstje eens goed. Het lijkt wel de countdown voor een lancering.
NODIG:
– 6 repen chocola caramel met zout (die van de Tony)
– 5 pakken paracetamollen (van die goedkope)
– 4 doosjes sinaasappelthee
– 3 pakken Tena Lady (XXL)
– 2 kilo uien
– 1 fles rode port
En… Lift off!
Ik kan mijn lachen niet onderdrukken. Mona tikt op het raam. “Ga! Halen!” Ik hik nog wat na en ga.
Ik snap dat port, paracetamol en chocola de genezing bevorderen. Maar die uien, die snap ik niet. Wat moet een mens in vredesnaam met twee kilo uien? Tevens ben ik ook wel blij dat het Tena’s moeten zijn en geen condooms. Maar eenmaal bij de Appie voel ik me toch wel wat opgelaten, met die drank, inlegluiers en uien in mijn karretje. De zelfscan doet het helaas niet. Opluchting: de kassaknul kijkt gelukkig niet op of om. Hij wil voor de drank goddorie niet eens mijn ID zien.
Terug naar Mona Corona. Ze heeft de deur van ‘t haakje gehaald, zodat ik hem van buiten open kan drukken.
“Joehoe, daar ben ik weer!”
“Ik hoor het.” Als ik de kamer binnenkom, kijkt ze me verwachtingsvol aan.
“Mona, het meeste van je lijstje snap ik wel, maar wat moet je in vredesnaam met al die uien?”
“Die stop ik in mijn sokken. En in mijn bed,” antwoordt ze droogjes. “Hoef je niet zo raar te kijken. Jouw jongeluitjesgeneratie kent zulke remedies niet meer, maar met een paar plakken ui onder je voetzolen ben je iedere infectie zó de baas. En een schoteltje fijngesneden ui met zout op je hoofdkussen maakt ‘t slijm goed los.”
Hoor ik het goed? Is Mona in waarheid Klazien uut Zalk? Of verkeert ze reeds in een koortsdelirium?
“Aha. Nou ja. Jij zult het wel weten…”
Mona barst in lachen (en hoesten) uit. “Jij gelooft ook alles, hè. De uien waren gewoon op. En ik wil uiensoep maken. Met port. Maar het klopt wel, dat van die uien in je sokken en zo. En ze helpen ook tegen haaruitval,” krakeelt ze.
Enfin. Je raadt het. Ik heb de rest van de middag bij Mona op de bank gelegen. Met een uiensappapje op mijn hoofd. Want tegen Corona ben ik, volgens mij, inmiddels wel bestand. Maar tegen beginnende kaalheid en Mona’s remediërende wijsheden duidelijk niet.