Zoon, gediagnostiseerd met McDD, kijkt op een andere manier naar de wereld. Het is voor hem lastig om in de realiteit te leven, omdat de grote boze buitenwereld op hem nogal intimiderend overkomt. Liever kruipt hij in zijn eigen wereldje.
Zoon probeert zoveel mogelijk mee te gaan in datgene wat wij standaard-mensen normaal vinden. Het lukt hem vrij vaak, maar niet altijd. En dat levert heerlijke uitspraken op.
Zo ben ik gek op koken. Zoon is gek op eten. Zolang hij het eten maar herkent. Ik wil daar met de standaard gerechten best rekening mee houden, maar als ik wil uitpakken laat ik mij niet tegenhouden.
Op een vakantiedag kwamen twee zeer bijzondere mensen eten en ik wilde hen verwennen. Twee hele dagen trok ik uit voor een zorgvuldig samengesteld 3-gangen menu. Als voorgerecht maakte ik arancini met zelf gemaakte pesto, balsamico-stroop en een tomatensaus. Het hoofdgerecht bestond uit eigen gemaakte ravioli, gevuld met een tomaten crème, in een basilicum saus. En als toetje had ik een klein taartje van chocolade en noten.
Ik had die twee dagen hard nodig. Het taartje bestaat onder andere uit gianduja en een praline. En dat moet, net zoals het pastadeeg en de risottoballetjes, allemaal flink afkoelen. Daarbij heb ik een keuken van 3 vierkante meter, dus het is allemaal behelpen.
Maar het resultaat mocht er zijn. De borden maakte ik zorgvuldig op, en de gasten hebben meer dan genoten. Ze kirden bij elk gerecht en vonden dat het een restaurant waardig menu was. Ik stak de veren dankbaar in mijn bips en verwachtingsvol keek ik mijn gezinsleden aan.
Mijn vrouw en mijn dochter verzonnen meerdere superlatieven om mij en mijn kookkunsten te prijzen.
Zoon had ook zeer genoten. Ik had niets anders verwacht, want hij likte letterlijk zijn borden af.
Waarna hij de legendarische woorden sprak:
“En toch, het is geen spaghetti, pap.”
Meer blogs over McDD lezen? Klik hier.