Om elf uur ‘s ochtends drink ik een bak koffie bij mijn buurman oom Jort. Hij wordt gebeld door een teamchef van de politie. Oom Jort zet de speaker aan zodat ik mee kan luisteren.
“Meneer Jort? Politie, Zutphen. Bij ons in het ziekenhuis ligt ene Mink? In coma, helaas. In zijn zak vonden wij uw naam en telefoonnummer. Is de man losgebroken uit een streng bewaakte bunker of zo? Weet ú dat? Triest dat hij in coma ligt maar er zit echt een steekje los aan die vent. Komt u even langs om hem op te halen als hij bijkomt? Of dragen wij hem meteen maar over aan een psychiaters-collectief?”
Ik ben even stil. Zutphen! Hoe komt Mink daar nou weer verzeild? Mink is de neef van oom Jort. Hij viel in zijn jeugd uit een boom, op zijn hoofd en herstelde daar geestelijk nooit meer helemaal van.
“Wat doet hij in Zutphen?” vraagt oom Jort aan de teamchef.
Fijne relevante vraag.
“Hij liet een zwerm bijen los, door de brievenbus van een dominee,” zegt de teamchef.
“O, oké, als dat alles is. Mink is een groot, spiritueel dierenvriend en een sociaal bewogen…”
“Komt u?”
Hij hangt op.
Twee uur later staan wij in het politiebureau van Zutphen.
De teamchef, ene Joost Iedersverdriet, heeft enorme wallen onder zijn ogen. Hij zucht en steunt om de drie woorden. Kennelijk lijdt hij zo aan slapeloosheid dat hij zelfs tijdens zijn werk wakker blijft. “Heren. Dit kan natuurlijk niet,” zucht hij. “Deze eh… Mink is een loslopende tijdbom. Ik kreeg zojuist nog drie andere aangiftes binnen. Verdachte Mink was gisteravond op onze lokale kermis en begaf zich in de achtbaan, alwaar hij, eenmaal op het hoogste punt aangekomen, een jutezak rioolspinnen leegschudde. Kunt u zich de paniek en het gegil voorstellen?”
“Ik leef met u mee,” merk ik meelevend op. “Wij weten zo langzamerhand niet beter. Je gaat er vanzelf aan wennen. ”
Teamchef is even stil. “Eh… Het volgende delict! Verdachte Mink begaf zich in een filiaal van de HEMA, alwaar hij een rookworst kocht. Vervolgens eiste de verdachte een garantiebewijs en een afbetalingsregeling, zijnde; nu halen, over 5 jaar betalen. Toen de filiaalchef in gelach uitbarstte, moesten er daarna twee ambulances en een traumahelikopter aan te pas komen om hem weer bij zijn positieven te laten komen.”
Teamchef zwijgt een volle twee minuten en staart ons aan. Dan, zuchtend: “Vanmorgen ging verdachte Mink naar een groenteman en wees iets aan. De groenteman in kwestie keek waar hij naar wees en vroeg voor alle zekerheid: ‘sla?’, waarna verdachte Mink hem een beuk voor z’n hoofd verkocht. De groenteboer sloeg hem toen met een kist prei buiten westen, waarna wij hem door een vuilniswagen lieten ophalen en naar…”
“Een vuilniswagen?” vraagt oom Jort verbijsterd.
“Jazeker! Uitschot en afval vervoer je niet in een ambulance, dat is veel te duur tegenwoordig. Kortom, heren, verdachte Mink hangt, als hij bijkomt en de kantonrechter heeft beslist, zeer waarschijnlijk enige hechtenis boven het hoofd. Mocht u overigens willen overwegen om, voor alle zekerheid, de stekker eruit te trekken bij Mink, dan steunen wij u daarin van harte in. Ik bedoel; we moeten ook een beetje aan de energierekening denken, toch?”
Oom Jort en ik kijken elkaar aan.
Oom Jort huilt.
Dat doet hij nooit. Alleen als hij heel blij is, huilt hij.
Dat beeld blijft je bij…
Hopelijk blijft Mink nog een tijdje buiten westen. Dat is het veiligste.
Tsja, in Zutphen gebeuren vreemde dingen tussen de Eijerkamp meubelen, maar dat terzijde.
Die Joost daar in Zutphen kan toch blij zijn dat hij geen Niemandsverdriet heet. Sterkte met Mink.
Heel apart.