Toen Toontje mij uitnodigde om bij hem thuis te komen eten met aansluitend een logeerpartijtje, hoefde ik daar niet lang over na te denken. Thuis had ik de dagen daarvoor behoorlijk in de clinch gelegen ‒ om niet te zeggen: een oorlog uitgevochten ‒ met mijn onuitstaanbare zusje Machje. Ik was blij er even tussenuit te kunnen zonder opgescheept te zitten met een onmogelijk kattenkopje van een zusje ‒ van wie ik diep in mijn hart toch wel hield.
Op het moment dat de moeder van Toontje de deur opendeed en een sensueel zoete parfumwalm aan het huis ontglipte, was ik verkocht: aan Mrs. Robinson.
Mevrouw Van Dorp droeg een wit zomerjurkje dat zo luchtig was dat haar bh duidelijk zichtbaar was. En hoewel ik uit alle macht probeerde mijn ogen niet op haar voorgevel te richten, werden mijn twee leergierige jongensogen toch steeds onvermijdelijk naar het fascinerende heuvellandschap van de moeder van mijn beste vriend toegetrokken.
Ze schoof een supermarktlasagne voor ons in de oven, blijkbaar was ze geen geweldige kokkin, maar dat deerde mij niet, ze had ongetwijfeld andere kwaliteiten. Van klasgenootjes had ik gehoord dat ze vroeger model was geweest, tegenwoordig zou ze in diezelfde branche achter de schermen werkzaam zijn. Voor de camera zou ze nog steeds niet misstaan, dacht ik bij mezelf, terwijl mijn blik wéér werd gegrepen door wat er zich allemaal onder het transparante jurkje van de moeder van Toon afspeelde.
Ze had het opgemerkt. Toen haar zoontje even naar de wc was, sprak ze op zachte toon tot mij: ‘Jij hebt je ogen niet in je zak zitten, hè?’ Ik wist niet goed wat te zeggen, in de gauwigheid haalde ik een gevleugelde uitspraak aan van mijn oom Berend, een notoire schuinsmarcheerder:
‘Ik ben een natuurliefhebber.’ Reeds terwijl ik die woorden sprak, schaamde ik me ervoor. Ze pasten bij een volwassen man, allerminst bij een blaag van net twaalf! Verlegen staarde ik naar mijn schoenen, bang voor een reprimande, maar gelukkig nam mevrouw Van Dorp een en ander goed op. Ze legde haar warme hand op mijn bovenbeen, tot vlak bij mijn kruis, en sprak: ‘Jij, mijn jongen, bent een echte charmeur. Jij zult later vast veel mooie dames veroveren.’ Ik kreeg een kleur en was in het bezit van wat waarschijnlijk de eerste erectie in mijn leven was. Op dat moment kwam Toontje terug van de plee.
We speelden nog een gezelschapsspelletje ‒ waarbij Toontje en ik rijkelijk van koekjes, chips en cola werden voorzien ‒ waarna het tijd was om te gaan slapen. Nadat Sharon ‒ mevrouw Van Dorp ‒ ons goedenacht had gekust, kropen we onder de wol. De wang met daarop de kus van de moeder van Toontje zou een maand lang niet door mij met water aangeraakt worden.
Toen ik de volgende ochtend wakker werd, herinnerde ik mij vaag een zoete droom. Mijn onderbroek was plakkerig en het laken nat. Ik begreep er niet veel van. Had ik in bed geplast? Snel douchte ik mij ‒ met inachtneming van de verzaligde wang ‒ en stommelde naar beneden. Toon en zijn moeder zaten reeds aan het ontbijt. Er waren gekookte eitjes, verse broodjes, kaas, ham, marmelade en versgeperste sinaasappelsap. Sharon had voor alles gezorgd. Ze zag er verpletterend uit.
En ik was hard op weg naar mijn volwassenheid.