
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Gisteren was ik jarig. Dat maakt dat ik vandaag nog láng niet jarig ben. En daar ben ik zó blij mee, want het huis is een teringbende na de vriendenparty van gisteravond. En nu moet ik uitmesten en opruimen. Zowel in huis als qua vrienden.
Maar: het was een feest. En dat was het. Een verslagje.
We zijn maar liefst met z’n negenen. Een zeer gemêleerd gezelschap bestaande uit mijn nieuw gevonden vriend en kroegmaat Juul*, mijn (inmiddels weer) platonische vriendin Lisa*, schaakvriend Igor*, die ik ooit ook wel de Poetin van de liefde noemde, mijn collega-schrijvervriend Moses*, borstenbuurvrouw Karin* (haar man woont inmiddels elders en is nu dus mijn ex-buurman – weer een ex erbij), voormalig communelid Guido, diens vriendin (ja ja, nog steeds samen, geen idee hoe ze het doen), buurvrouw Mona, en mijzelf. Nog nooit zo’n groot verjaardagsfeest gehad. En ik kan u zeggen: wát een stel (stumpers bij elkaar) zijn wij.
Na enkele biertjes en wijntjes gaat het nogal droge gesprek als vanzelf over in een geanimeerde conversatie over vetkwabjes en ouderdomskwaaltjes, die uiterlijk op je 47e opdoemen. Aanleiding: mijn steeds verder uitdijende “dad bod”. Erg demotiverend allemaal.
Daarom zorg ik ervoor dat we zo snel mogelijk overstappen op een paar party-spelletjes. Bierboarding (het blikje zo goed mogelijk vanaf een meter hoogte in de open mond laten lopen tot de ontvanger niet meer kan), flesje draaien (en dan “zoen of doen”, soort van truth or dare, maar dan stommer), borrelnootjes-met-de-mond-opvangen (zonder erin te stikken) en triominos (domino voor mensen die van driehoeken houden).
Door dat laatste wordt ineens het meer filosofische avondgedeelte afgetrapt. We bespreken onder andere de driehoeksverhoudingen binnen onze vriendenkring en stomen moeiteloos door naar ieders door eigen ervaring opgedane wijze levenslessen.
Guido blaat er meteen op los: “Als je gewoon de waarheid vertelt, wordt die een deel van je verleden. Maar als je liegt, blijft dat altijd een deel van je toekomst. Want je moet de leugen in stand houden, hè,” legt hij zijn eigen spreuk nog even uit. Alsof wij niets snappen.
Guido’s vriendin vult aan: “Maar: als je héél goed liegt, wordt het vanzelf weer de waarheid. En het verleden.” Waarop Guido haar eerst even onderzoekend aankijkt en dan de situatie probeert te redden door luidkeels “Great Minds Think Alike!” te roepen.
Dat is de inkopper voor Igor: “Als twee mensen steeds maar weer hetzelfde denken, is een van hen compleet overbodig.”
Plato-vriendin Lisa kijkt Igor indringend aan en levert dan haar waterval aan wijsheden, speciaal voor hem: “Een toxische persoon verandert alleen zijn slachtoffers, maar nooit zichzelf. Maar als slachtoffer kies je steeds weer voor hetzelfde soort rottige mensen, tot je zelf besluit te veranderen. Het ligt dus niet aan hen, maar aan jezelf. De grootste uitdaging in het leven is dan ook om tóch steeds maar weer vriendelijk te blijven tegen onvriendelijke sujetten.”
Daar wordt zelfs Igor even stil van. Dan mompelt hij: “Een wijs mens weet wanneer hij – correctie: zíj – moet stoppen.”
Kroegmaat Juul klopt hem op de schouder. “Ach, als je je leven zo inricht dat je nooit op je bek gaat, ben je alleen maar aan het kruipen. Dus gewoon fier rechtop doorlopen, jongen. Je kunt niet door iedereen aardig gevonden worden.”
Daar schiet schrijversvriend Moses een hoogdravende spreuk te binnen: “Een ware vriend is iemand die jou nog steeds aardig vindt, ook al kent ie je.”
Tot dusver was ze zwijgzaam, maar nu is de beurt aan borstenbuuf Karin: “Jullie praten te veel. En mensen die veel praten, hebben een te grote ego en minder tijd om na te denken. Maar: je ego kan je alleen maar naar ‘t hoofd stijgen als daar voldoende holle ruimte aanwezig is.” Ze haalt adem en voegt er dan aan toe: “Elllllende.”
Mona geniet er duidelijk van: “Ach, die ruimte wordt vanzelf hol als je dood bent. En ja, je móét een keer sterven. Geen keus. Maar je doet jezelf de rest van al die levensellende toch echt vrijwillig aan.”
Ik aanhoor alles en sluit de avond af: “Ik zie mij bevestigd in mijn opvattingen. In het koekje van het leven zijn mijn vrienden de chocolate chips.” Waarop het gezelschap vertederd in koor “duhhh” loeit.
“Jij denkt ook altijd aan eten, hè,” ginnegapt Igor, terwijl hij een elleboog in mijn zij ramt.
“Ja. Lekker eten is het beste deel van lekker leven. Toevallig.”
Enfin. Dat was ‘m dan weer, de party. Vanavond komen mijn ouders nog even langs en zijn de kinderen er ook weer (die bivakkeerden bij ex). Het huis moet uiterlijk tegen zessen spik en span zijn (mijn moeder en haar hygiënevingertje…*rollende ogen emoticon*) en dus heb ik nog een workout van jewelste voor de boeg, eer ik de hele bende weer aan de kant heb. In ieder geval goed voor tegen mijn dad bod.
Nu vanavond nog overleven en dan is het weer klaar.
Wat ben ik blij dat ik daarna nog láng niet jarig ben.
*Namen om privacy redenen gefingeerd. Die van Guido en Mona niet, maar die hebben ook niks met privacy.