
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Een nadeel van met pubers in één huis wonen: je koelkast is steevast bomvol. En dan niet omdat ik zoveel insla. Nee, ze proppen er inmiddels allebei hun eigen eet- en snackprut in. Mijn doorsnee voer is namelijk niet langer goed genoeg. Ik haal sowieso altijd het verkeerde en dus kopen ze zelf wat ze denken nodig te hebben. Op dat vlak zijn ze tenminste redelijk zelfstandig geworden.
De een leeft op proteïne-shakes, vormloze groenten en groene smoothies. En rare, eetbare haar- en gezichtsmaskers. En ja, bolle zakken babyspinazie, potten biologisch-dynamische kwark, bakjes ondefinieerbare smurrie en niet stapelbare avocado’s nemen véél plek in.
De ander gaat voor bifi-worstjes, salsa-saus, energy drinks, ovenpizza (Hawaï, nota bene), eiwitrepen en Dorito’s. Allemaal gekoeld.
Drie keer raden wie wie is.
En waarom zo’n zak Dorito’s überhaupt in de koelkast moet liggen?
Enfin. Als ik dan mijn ‘normale’, wekelijkse boodschappen heb gehaald, is er geen koelkastplek meer voor mij. Daarom prik ik eerst gaatjes in alle nog bol opgeblazen zakken. Dan passen ze namelijk beter op elkaar. Even aandrukken en hoppa, vier op elkaar. Vervolgens frommel ik de pizza bovenop de liggende flessen en haal ik alle sauzen eruit. Die blijven ook buiten de koelkast nog wel ettelijke dagen goed.
Ik stapel, draai, prik, duw en sorteer. Je zou het bijna sport kunnen noemen. Ik word er steeds beter in. Het bezwaar van de kinderen (“Waarom staat mijn huppeldepup-saus op het aanrecht?” en “Jezus, er zit alwéér een gat in de zak rucola!”) neem ik voor lief. Als ik klaar ben, kan ik tenminste mijn blikken bier weer in één oogopslag lokaliseren.
Toch ontsnapt mij bij tijd en wijle een kreet van wanhoop: “Kunnen jullie niet gewoon normale dingen eten? Ik word er gék van dat de koelkast zo uitpuilt! En ik heb er al zó vaak iets van gezegd…”
“Oh ja,” antwoordt Nick droogjes, “dat weet ik nog. Toen zei ik: ‘Ik zal eens kijken wat ik eraan kan doen’.”
“Ja, precies! Doe es een poging?”
“Het is inmiddels gebleken dat ik er niets aan kan doen, want ik volg nu eenmaal een licht dieet. Ik eet bij daglicht, maanlicht en soms zelfs bij koelkastlicht.”
“Mijn god, wat ben je weer grappig, jongen.”
Simone is minder lollig ingesteld: “Je moet gewoon beter oefenen. Ik ben kampioen koelkasttetris; maakt niet uit wat jullie er allemaal inproppen, mijn stuff kan er altijd bij. Kwestie van ruimtelijk inzicht. Dus als jij zo’n probleem hebt, papsielief, dan moet je maar een grotere koelkast aanschaffen. Easy, snappie?”
Ik heb het begrepen. Ik moet dringend trainen om deze tetriskampioene van de troon te verstoten. Of ik mieter de kinderen het huis uit. Da’s nóg easier.