Mijn hoogbegaafde buurman oom Jort heeft zijn tv aanstaan. Dat ding functioneert structureel als een soort bewegend en pratend behang.
Dan zit hij te lezen, of met open mond te snurken, terwijl dat kreng aan de muur maar door reutelt. Kortom; het grote onbenul van het totale niets, weergegeven op een prominente plek aan de muur.
Zijn normaal gesproken zo onverzorgde interieur, dat er meestal uitziet alsof er een roedel zeiknat geregende bavianen doorheen is gegaloppeerd, ziet er nu spik en span uit. Hij ziet mij verbaasd rondkijken: “Soms zijn er ineens mensen die je leven evident verrijken. Die je wereld op z’n kop zetten, zoals een wasvrouw of een toiletjuffrouw. Of in mijn geval, een werkster,” merkt hij op.
Direct daarna komt vanuit de keuken een vrouw binnenlopen, met een pet op haar hoofd. Het is zo’n pet die mannen wel eens droegen, vroeger in tijden van crisisjaren met grote schaarste en armoede. Ze stelt zich voor: “Ik ben Janet, de interieurverzorgster van oom Jort.”
“Zeg maar gerust: Janet met de pet,” lacht oom Jort.
Deze man leert het nooit. Altijd weer die melige geintjes.
“Ssssttt,” sist hij, met zijn vinger voor zijn lippen, “de mislukte haarspoeling van Janet houden we nog even onder de pet. Mee eens, Paco?”
Waarom nog nooit iemand deze doodlopende variant van een mislukte bacterie op z’n arrogante bek heeft gemept, blijft een groot raadsel.
Ik schrik trouwens echt van zijn grensoverschrijdende opmerking en wacht gespannen de reactie van Janet af. Oom Jort ziet mij schrikken. Hij lacht naar Janet die – ongelooflijk maar waar – in een deuk ligt. “Ach,” zegt oom Jort tegen Janet, “als je iemand ziet schrikken, vraag dan gewoon even of hij net in de spiegel keek. Kleine moeite.”
Janet begint nu nog harder te lachen en verdwijnt gierend naar de bovenverdieping.
Intussen is het weerbericht begonnen: Weerman Reinier van den Berg. Oom Jort zet meteen het geluid uit. “Ja, sorry,” zegt hij. “Iedereen heeft wel eens dat een BN’er zó irritant is, dat je denkt: Fuck it, ik schiet er 59 kruisraketten op af. Niet dan? Ja toch?”
Ik zet het geluid weer harder en zie Reinier klaarstaan om zijn honden-move weer te maken. Het is mij al vaak opgevallen dat hij bij de aankondiging van zijn weerpraatje zijn rechterbeen naar voren gooit en even optilt, zoals mijn hond dat doet als hij tegen de auto van oom Jort aanzeikt. Janet komt weer de kamer binnen en kijkt ook naar Reinier. “Wat een strak broekje heeft die man aan,” merkt ze op. Kan dat wel, qua grensoverschrijdend gedrag?”
“Maar natuurlijk mogen weermannetjes in strakke broekjes rondlopen,” zegt oom Jort. “Domme mensen mogen toch ook vrij rondlopen?”
Janet gaat weer in een deuk, waardoor haar crisisjaren pet bijna van haar hoofd stuitert. “Wedden om 300 euro dat die weerman zometeen zijn rechterpoot optilt?” roep ik ertussen door.
“Aangenomen!” roept oom Jort zelfverzekerd. Janet geeft hem een knipoog ter aanmoediging.
Tien seconden later tilt Reinier zijn poot op. Oom Jort verstart ter plekke. Zijn mond staat wagenwijd open. Janet schuifelt hikkend de kamer uit. Reinier eindigt zijn praatje met een opgewekt “het kan vriezen en dooien…”
Als ik naar huis loop, kom ik de lokale dorpsidioot Henk-Jan van der Snerp tegen. “Wel stemmen hè, deze keer,” fluistert hij in het voorbijgaan. “Want ik houd je in de smiezen, mannetje. We mogen de Gedupeerde Staten niet in de steek laten…”
Er zijn ook mensen die hun rechterarm gestrekt omhoog houden, salueren en de hakken tegen elkaar klikken! Helaas & triet dat deze ultra rechts mensen hun hersen moeten laten re-setten online via ‘ jezusredt.nu’, maar dat terzijde.
Die weerman ja. Hoezo, was dat eerst een vrouw? En was de weervrouw eerst man?
Die Janet met de pet is volgens mij een gewezen modderworstelaarster die menig interieur om zeep geholpen heeft. Ome Jort mag oppassen met zijn grapjes.