Vlak voor het voetgangers stoplicht dat op rood staat, zie ik Clara – de vrouw van onze dorpsidioot Henk-Jan van der Snerp – druk bewegen. Ze maakt passen op de plaats, een soort rennen zonder vooruit te komen. Het zweet gutst aan alle kanten van haar af. Ik groet haar vriendelijk en zij vraagt of ik op het knopje wil drukken van het stoplicht. “Dan springt hij sneller op groen.”
Fascinerend dat er nog steeds mensen zijn die geloven dat ze invloed kunnen uitoefenen op verkeerslichten, door op een knopje te drukken dat daar alleen uit psychologische overwegingen geplaatst is. Als je drukt, lijkt de wachttijd korter te duren. Zoiets. Om haar niet voor het bezwete hoofd te stoten druk ik dus maar.
“Waarom sta je daar passen op de plaats te maken?” vraag ik.
“Ik ben aan het trainen voor het kampioenschap stappentellen op de Olympische Spelen,” zegt ze zonder te lachen.
“O? Ik wist niet dat dat bestond,” weet ik, zonder merkbaar te lachen, uit te brengen.
“Dat klopt wel, het is er alleen nog niet van gekomen. Maar ik train alvast vooruit, omdat ik zeker weet dat dit over een jaar of twee een Olympische sport is. Henk-Jan en ik zijn zelfs met sponsors in onderhandeling over het organiseren van een Nederlands kampioenschap stappentellen.”
Daar moet ik even over nadenken. En dat denken beweegt zich vooral rondom de vraag of haar man Henk-Jan wel de enige dorpsidioot is in onze omgeving.
“Druk nog een keer. Je hebt niet goed gedrukt, want het licht staat nog steeds op rood,” zucht ze geïrriteerd.
“Wat houdt die training in?” vraag ik terwijl ik nog maar eens een keer druk. Tegelijk moet ik denken aan die keer dat ik haar tegenkwam op het verlovingsfeestje van mijn ex-buurvrouw de conversation starter. Ze beweerde toen met droge ogen dat ebola een stad in Italië is. Waarop mijn buurman oom Jort de stelling poneerde dat dat in een grijs verleden best mogelijk was geweest. Nora knikte toen heftig: “Dat klopt,” zei ze. “Dat was in de tijd dat de wereld nog grijs was. Zwart-wit eigenlijk. De grootouders van mijn man Henk-Jan maakten dat nog mee. Die hadden alleen zwart-wit televisie in die tijd. Iets anders had toch geen zin met die grijze wereld toen.”
Er viel een diepe stilte toen, kan ik mij herinneren. Je kon een speld horen vallen.
“Mijn training? Ik zit nu op 15.000 stappen per dag en ik wil dat uitbreiden naar 30.000 stappen. Mijn doel is 200.000 stappen. Als ik mijn tanden poets, maak ik alleen al 2000 stappen. Onder de douche, hetzelfde. Als ik naar bed ga, lig ik altijd op mijn rug zodat ik mijn voeten steeds één voor één op het matras kan laten ploffen. Tot ik stappentellend in slaap val, wat soms wel uren kan duren. Als ik op verjaarsvisite ben, sta ik altijd zoals nu passen op de plaats te maken.”
“Mors je dan nooit koffie?” vraag ik geïnteresseerd.
“Ja, maar daar train ik nu apart voor. Elke ochtend sta ik passen op de plaats makend, koffie te drinken in de tuin. In het begin met loeihete koffie, maar daar ben ik van teruggekomen.”
Ze pakt haar mobieltje. “Ik zit al op 23.000 stappen vandaag.” meldt ze trots. “En het is nog maar half tien!”
“Er zal wel weinig tijd overblijven voor je man, zeker?”
“Nee hoor, Henk-Jan doet ook mee aan stappen tellen. Maar hij vindt dat ik een trainingsvoordeel heb omdat ik minder hoef te werken. Hij werkt in de supermarkt, dus dan kun je minder passen op de plaats maken.
“Ach,” zeg ik. “Maar Henk-Jan heeft weer het voordeel dat hij gewoon kan plassen terwijl hij passen op de plaats maakt. Ja toch? Is dat een goed idee? Past terwijl u plast.”
Ze kijkt mij lang aan. “Kom jij dan opruimen daarna? Nee? Dat dacht ik al. Mag ik dus even passen?”
Het stoplicht springt op groen.
Stappen tellen en joggen. Het zinloze ervan is ergens heen rennen waar je niet wordt verwacht.
Stoplicht mag best wel wat sneller op groen springen in zulke gevallen.
De Plassenteller als app is een hit en vooral onder mannen met een vergrote prostaat.
‘ zeg buurman’.. hoeveel druppels heb jij vandaag op jouw teller staan?
Vannacht maar 3 en vanochten 7. Ik ga vooruit zegt mijn eigen Tena Lady, de schat.