Mijn ontbijt smaakt ranzig, maar dat ligt aan mij. Of aan de televisie die aan staat, dat kan ook. Een vent achter een tafeltje bazelt wartaal tegen een andere vent aan hetzelfde tafeltje, over de jeugd van tegenwoordig:
“De meeste sociale activiteiten van kinderen zijn gebaseerd op vermijding van verveling.”
“Ja,” reageert de ander met een glashard gezicht: “we moeten ons, met de scholen, naar een oplossing onderhandelen.”
Dus doe ik het geluid uit. En zie vervolgens een ander onderwerp verschijnen: Een tamelijk gezette man achter een tafeltje met zestien microfoons voor zijn neus. Gefronst voorhoofd. Het blijkt bondscoach Ronald Koeman te zijn tijdens een persconferentie. Naast hem nog twee zorgwekkend kijkende lachebekjes.
Mijn hoogbegaafde buurman oom Jort komt binnen, gaat zitten en wijst op het geluidloze scherm. “Wat is dat?”
Omdat oom Jort totaal geen verstand van voetbal heeft – laat staan iets weet over de mensen die zich daar mee bezig houden – heeft het geen zin om hem uit leggen wie daar aan het leuteren zijn.
“Dat is generaal-majoor Douwe Spetter-Kwak tijdens een persconferentie,” zeg ik daarom maar. “Zijn naam doet anders vermoeden, maar hij is hoofd strijdkrachten van het Amerikaanse leger.”
“Is dat zo?” vraagt oom Jort. “ Wat heeft die man een ernstig morbide hoofd. Hij trekt een gezicht alsof hij moeilijk kan poepen.”
“Ja,” zeg ik. “Dat noemen ze in het Amerikaanse leger training on the job. Je behoefte uitstellen zolang het kan. En aan zijn gezicht te zien, lijkt dat nog best een hele klus, zo achter die tafel met al die microfoons.”
“Fascinerend,” zegt oom Jort. “Hij zit erbij of hij net gehoord heeft dat zijn hoofd geamputeerd moet worden.” Hij kijkt nog even peinzend naar het scherm. “Ik zou zomaar gelijk kunnen hebben, dat hoofd ziet er behoorlijk bescheten uit.”
“Nee,” zeg ik, “volgens mij zei hij net dat de derde en vierde wereldoorlog tegelijk zijn uitgebroken. Kijk maar naar die hopeloze blik. Dat wanhopige van een soldaat die weet dat hij overlopen gaat worden. Hoe meer vragen er worden gesteld, hoe wanhopiger hij eruit gaat zien.”
Ik wijs op het scherm terwijl ik een hap neem van mijn op de huid gebakken haring op een bedje van gezandstraalde paardenbloemstengels.
Oom Jort kijkt met verbijstering naar dit stilleven. Intussen zien wij de zweetplekken onder Koemans oksels zich uitbreiden, terwijl hij met een rood huilgezicht zijn armen mistroostig opheft. In een gebaar van overgave, lijkt het wel.
“Zou de atoombom gevallen zijn?” stamelt oom Jort. “Zou die gekke Poetin dan toch…?”
Hij pakt de afstandbediening en zet het geluid aan: …”verdediging als een gatenkaas. Dat moet de volgende keer echt beter. Die Franse tegengoals vielen op een ongelukkig moment en vanaf nu is elke wedstrijd een finale. Dit moeten we heel snel vergeten. Ik bedoel, Nederland verliezen? Dat kan toch niet? Dáárom is het voetbal toch niet uitgevonden?”
Een journalist vraagt waarom Geertruida werd gewisseld. Koeman: “Wat denk je zelf? Niet vanwege een publiekswissel, zou ik zeggen.” Hij kijkt erbij alsof hij ieder moment in een nog steviger huilbui kan uitbarsten.
Ik neem nog een hap waarna de persconferentie kennelijk voorbij is: “Aldus Ronald Koeman, onze bondscoach,” zegt de presentator.
Oom Jort schudt zijn hoofd en staart mij seconden lang aan. “Generaal in de Amerikaanse strijdkrachten hè? Trouwens, is dat gebruikelijk? Dat je een spelletje vergelijkt met een serieuze oorlog? Alsof je staat uit te leggen dat er vandaag wéér tweeduizend soldaten zijn gesneuveld. Zag je dat tronie van hem? Alsof hij tot zijn nek in de stront staat. En je weet wat ze daarover zeggen, hé? Als je tot je nek in de stront staat, moet je je hoofd niet laten hangen.”
Las van de week een item over okselzweetsnuiven. Zou iets voor de onderdanen van die Koeman zijn.
Ik denk dat ik eerder een wereldoorlog overleef dan zo’n voetbalmatch.