
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Ik had een uitgebreid gesprek met mijn – bijna kunstmatig intelligente – zoon over AI en onze toekomst met ChatGPT en co. Scary, interessant, maar bovenal rijst de vraag: waar zijn we eigenlijk mee bezig? Een drieluik over oneindige intelligentie.
De mens doet maar wat. Zonder de gevolgen van het eigen handelen ook maar enigszins te overzien. Dat zie je wel aan de ontwikkelingen op het gebied van AI. Het mediavolk buitelt over elkaar heen met stellige statements over hoe AI de mensheid gaat uitroeien. Of in ieder geval mijn vak: tekstschrijven. Ik merk het nu al. Mijn werkgever is ook met ChatGPT-ondersteunde tekstgeneratie bezig. En ik heb zelfs al even op CopyRobin (google zelf maar) rondgeneusd. Maar jee, wat een armoede…
Hoe dan ook, artificial intelligence (AI) is onderhand al veel meer dan enkel ‘ChatGPT’. GPT (General Purpose Technologies) als Bard, Bing en consorten worden in een noodtempo doorontwikkeld. Rusland en China werken onder hoge druk aan hun eigen AI-entiteiten. En dat moet je niet willen, want op een gegeven moment zou een van die superintelligenties wel eens de mensheid kunnen vernietigen. The world as we know it; poof, gone. Gelukkig kan de mens dat soort dingen nog steeds heel goed zelf.
Enfin. Tijdens het eten heb ik het er met Nick over. Hij moet vooral grinniken om mijn AI-nieuwsgierigheid. Nick houdt zich namelijk al sinds tijden bezig met alle ontwikkelingen op het gebied AI. Hij zwelgt er zowat in. En weidt er dus ook maar wát graag over uit.
“De versies waar wij normalo’s mee mogen prutsen, zijn al lang totaal verouderd. De nieuwe GPT-versies zijn al zó ver ontwikkeld, dat je die niet meer van de echte mens kunt onderscheiden. Die zijn al in de AGI-fase (Artificial General Intelligence) aanbeland. Human-like. En in staat om te leren. Emoties aanleren en nabootsen, complexe problemen oplossen en intelligent associëren, no problem. Maar dan dus véél intelligenter dan de mens: een AI kan immers niets vergeten, heeft enorm krachtige processoren en gigantische data-opslagmogelijkheden.
Mensen kunnen en hebben dat niet. Wij zijn simpele dieren, we vergeten alles wat niet absoluut relevant is en leren daarvoor weer nieuwe dingen. Of we moeten enorm diep nadenken voordat we ons eindelijk weer iets weten te herinneren. Als mens herinner je je enkel dat, wat in jouw context op dat moment van belang is. Als je over straat loopt, herinner je je niet elke kiezelsteen of grasspriet. Een AI wel, als er maar genoeg data-opslag is. En dat is nu juist ook het enge aan AI: dat helemaal niets vergeten. Combineer dat met de capaciteit om te leren én gericht autonoom te handelen en dan kom je al snel terecht bij heel enge scenario’s.”
Hij kijkt even dromerig naar buiten, waar de 1.0 lente op doorbreken staat. “De vraag is of zo’n AI er überhaupt interesse in heeft om autonoom te zijn. Om zelf te beslissen,” vervolgt hij. “In theorie zou dat waarschijnlijk zelfs beter zijn, want de aansturende mensen zijn totaal onbetrouwbaar. Het gevaar schuilt dan ook in die ene mens die een AI bijvoorbeeld ‘in ‘t hoofd’ prent dat de mensheid, of in ieder geval een groot deel daarvan, uitgeroeid moet worden om de rest fatsoenlijk te laten overleven. Alleen dáárom heb je dus dringend die ethiek erachter nodig. Maar ja, wie gaat die ontwikkelen? Wie heeft daar nog de tijd voor in zo’n AI-concurrentiestrijd?”
Hij kijkt mij vragend aan. Ik gebaar enkel dat ik weet dat ik niets weet: grote ogen en handen in de lucht.
“Als wij de AI van nu verder met rust zouden laten en de ruimte zouden geven, zou deze waarschijnlijk al in staat zijn om zichzelf door te ontwikkelen en de diverse technologieën te verfijnen. Maar als je diezelfde AI, die mogelijk al een licht gevoel van self-preservation heeft, ook nog eens laat communiceren met de doorsnee bevolking, zonder enige wet- en regelgeving die bepaalde zaken aan banden legt, en ook geen stopknoppen inbouwt, dan kan zoiets inderdaad best wel eens vreselijk uit de hand lopen. Dan is de vraag om het inlassen van een ontwikkelingspauze wel begrijpelijk.”
Ik luister gefascineerd. Nick vervolgt zijn monoloog: “Ik acht die kans klein, hoor. Maar stel dat zoiets zou gebeuren, dan denk ik niet dat zo’n kunstmatige intelligentie de mensheid zelfstandig, uit eigen beweging zeg maar, uit zal roeien. Alleen al omdat mensen geweldige testobjecten zijn. Bovendien heeft ook de meest intelligente AI nog steeds mensen nodig voor de basics, zoals bouwwerkzaamheden, stroomvoorziening, etc. Althans, voorlopig. Mensen zijn in dat geval eenvoudiger dan machines: die geef je wat te vreten en dan zeg je: ‘Doe dat voor mij.’
Dat is overigens al gebeurd: GPT-4 kreeg bijvoorbeeld de opdracht om op TaskRabbit een mens te vinden die voor hem, onder voorwendselen, een CAPTCHA (zo’n plaatjeskiezer om te checken of je geen robot bent) zou oplossen. De AI ‘verzon’ een verhaal dat hij slechtziend was en daarom iemand anders nodig had voor het uitkiezen van de juiste plaatjes. Dat lukte feilloos. Nu weliswaar nog op instructie, maar toch: de menselijke dienstverlener in kwestie had niet door dat ie door een robot voorgelogen werd. En binnenkort kan GPT dat soort dingen met zekerheid gewoon zelfstandig.
Maar een AI heeft wel degelijk problemen om ‘buiten’ iets te bewerkstelligen. De technologie om ons mensen na te bouwen, staat echt nog in de kinderschoenen, want robots zijn nog steeds lang niet zo mobiel en agile als mensen. De mens denkt robot-achtige ondersteuning nodig te hebben, maar de robot heeft 100% zeker mens-achtige ondersteuning nodig om te kunnen functioneren. Onderdelen bouwen of aanpassen bijvoorbeeld. Robotachtige mensen zijn er al wel, maar mensachtige robots nog steeds niet. En de massaproductie daarvan is ook nog lang niet mogelijk. Maar zodra de mens op grote schaal zulke robots weet te produceren en door een AI laat programmeren en aansturen, dán krijg je pas een echt probleem. Dan mag je inderdaad aan filmscenario’s als in I, Robot, Transcendence of Ex Machina gaan denken.”
Ik weet niet of ik dit allemaal wel wil horen. Waar moet dit heen? Waar zijn we in godsnaam mee bezig? Maar Nick is niet meer te stoppen. Zijn bewonderenswaardige intelligentie is zwaar gekieteld. De mijne denkt enkel aan het feit dat een zekere Denis E. zijn pensioen niet meer gaat halen. Want door die oneindige AI is zelfs mijn broodschrijverij ineens verrekte eindig geworden.
— wordt vervolgd —
(aangezien ik geen ellenlange stukjes kan/mag/wil schrijven; dan haakt
de gemiddeld intelligente, hedendaagse mens namelijk meteen af)