
Bron: Pixabay.com
Als er iets is waaraan mijn vriendin zich mateloos ergert, dan is het wel aan de manier waarop ik mijn neus snuit. Nou ja, snuiten, was het dat maar. Bij voorkeur haal ik mijn neus op, om de vangst vervolgens al schrapende door te slikken.
Het is mijn lief een gruwel. Elke keer wanneer ze na het ‘ophalen’ mijn adamsappel ziet bewegen, kijkt ze me vol walging aan. “Zit je weer snot te slikken?” bijt ze me dan toe. “Als je zo’n honger hebt, moet je ‘s ochtends meer boterhammen eten.”
Meestal verweer ik mezelf door op wijlen mijn vader te wijzen. Hij snoot tot op hoge leeftijd zijn neus met veel getrompetter in een stoffen zakdoek. Daarna inspecteerde hij kleur en samenstelling van zijn werkzaamheden om de zakdoek vervolgens weer netjes dicht te vouwen. Alsof dat zo gezellig klinkt en oogt.
Bovendien duidt trompetteren erop dat tijdens het snuiten beide neusgaten worden dichtgedrukt. Kracht zetten, wangen bollen en blazen maar.
Niet echt logisch, want waarom je neusgaten dichtknijpen op het moment dat je ze juist wilt legen? Het gevolg is overdruk in de neusholte waardoor al dat snot juist de voorhoofdsholte en bijholten in wordt geblazen. Dat kan tot vervelende ontstekingen leiden, want holtes (het woord zegt het al) behoren leeg te blijven.
Even slecht is de wijze waarop voetballers hun neus snuiten. Neusgat voor neusgat. Ze drukken het ene neusgat dicht om vervolgens met kracht de inhoud van het andere neusgat op het gras te blazen. Lijkt logisch, maar dat is het niet wanneer je bedenkt dat neusgaten hun eigen cyclus hebben. Een soort eb en vloed zeg maar.
Dat zit zo: de ene vier uur adem je vooral door je linkerneusgat en de volgende vier uur door je rechterneusgat. Een en ander wordt geregeld via de bloedtoevoer naar de slijmvliezen in de neusgaten. Zo krijgt je ene neusgat vier uur lang méér bloed en je andere neusgat minder. Het gevolg: in het neusgat met de meeste bloedtoevoer zwelt het slijmvlies op, terwijl het slijmvlies in het andere neusgat juist krimpt.
Zodoende is het makkelijker ademen door het neusgat met de minste bloedtoevoer. Na vier uur lossen je neusgaten elkaar af. De reden voor dit stuivertje wisselen is de kwetsbaarheid van het neusslijmvlies. Na volop in contact te zijn geweest met buitenlucht, heeft het tijd nodig om te herstellen. Maar dat is aan voetballers niet besteed. Steeds wanneer zij hun neus gat voor gat legen, blazen ze één van beide keren ook snot in hun voorhoofdsholte.
Terug naar mijn vriendin. Zij heeft aan al deze info geen boodschap. Ook wil ze niet horen dat ze zelf snot slikt, terwijl dat toch echt zo is. Een mens produceert elke dag ongeveer een liter snot. Het merendeel van al dat vocht druipt de keel in en belandt, nadat we ongemerkt hebben geslikt, in de maag. Een prima plek, want ons maagzuur weet wel raad met al die viezigheid. Afbreken maar!
Door je neus op te halen en door te slikken, doe je dus in principe hetzelfde. Het enige verschil is dat er nu geluid bij vrijkomt. Maar goed, of je dat geluid nu opwaarts maakt (zoals ik) of neerwaarts in een papieren zakdoekje (de keuze van mijn vriendin), het is nooit een weldaad voor het oor.
Wie weet is pulken een goed compromis. Dat is geluidloos, maar om een of andere reden heb ik dat nog niet durven voorstellen.
Tot zover Dr. Koelman in zijn rubriek ‘Vieze Praatjes’…
Volgende week ‘Tenenkaas’..