
Bron: unsplash.com
Ochtend. Het is heerlijk lenteweer. Bij de kassa van de Lidl staat een wat oudere man. Hij heeft net twee halve taarten op de lopende band gezet. Ze zijn in hard plastic verpakt. De man valt op. Hij heeft wallen onder de ogen.
De caissière pakt de eerste taarthelft en haalt ‘m over de scanner. Vanonder zijn borstelige wenkbrauwen volgt de man haar bewegingen.
“Nou, dat zal er wel ingaan,” zegt hij plots, “bij mijn collega’s.” Zijn stem klinkt luid. Hij knikt goedkeurend naar de twee halve taarten. Ze zijn overgoten met slagroom en bovenop elke taarthelft prijkt een rood kersje.
De caissière kijkt heel even op. “Negen euro veertig alstublieft.”
“Negen euro veertig,” herhaalt de man. Hij heeft zijn portemonnee al in de hand. “Dat is tegenwoordig geen geld voor twee halve taarten. Maar het belangrijkste is dat ze lekker zijn. Nietwaar juffrouw?”
De caissière reageert nauwelijks.
De man rommelt langdurig in zijn portemonnee. “Al die kleine muntjes,” moppert hij. “Kijk toch eens, ik zweet er zowaar van.” Hij diept een keurig gevouwen, stoffen zakdoek op uit zijn broekzak en veegt zijn voorhoofd af.
Intussen kijkt hij peinzend naar beide taarthelften. Van links naar rechts en weer terug. “Acht hele stukken, dat moet toch lukken hè?”
De caissière knikt afwezig.
“Gelukkig maar,” zegt de man. Hij trekt een briefje van vijftig uit zijn portemonnee en overhandigt het aan de caissière. “U moet namelijk weten dat ik vandaag afscheid neem op het werk.” Hij kijkt naar de mensen in de rij achter hem, maar die staren met niets ziende blik langs hem af. De caissière houdt het bankbiljet onder een paarse lamp.
“Vervroegd pensioen, juffrouw. Na 34 jaar. Dus op mijn laatste werkdag mag ik de collega’s graag eens trakteren.”
De caissière overhandigt hem het wisselgeld. De twee taarthelften hobbelen door naar het eind van de band.
“Lekker taart eten met de maten,” vervolgt de man. Hij stopt zijn portemonnee weg. “Nu kan het nog, straks niet meer.”
Een van de taarthelften valt op zijn kant. Slagroom kloddert tegen het harde plastic. “Oei oei,” zegt de man. Geschrokken kijkt hij naar de caissière, maar die is alweer bezig met de volgende klant.
Nou ja, het was in ieder geval een gezellig praatje.
De deur van de Lidl schuift automatisch open. Buiten blijft de man even staan. Plots ziet hij er zorgelijk uit. Hij kijkt naar de twee taarthelften die hij stevig in zijn handen houdt. Jammer dat die ene helft er niet meer zo lekker uit ziet. Overal vegen slagroom en het rode kersje rolt heen en weer.
De man zet zich in beweging. Nog één keer koffiedrinken, taart aansnijden en dat was het dan. Zweet parelt op zijn voorhoofd. Eigenlijk moet hij opschieten. Hij kan de collega’s toch moeilijk laten wachten op zijn eigen afscheid.