
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Ik heb nogal wat rare interessante vogels in mijn vriendenkring (bij voorbaat excuus). Tegenwoordig heten deze mensen LGBTQIAplussers. Of fluïde. Of non-binair. Of weer wat anders. Eén ding dat mij aan hen opvalt, is dat ze stuk voor stuk een uitstekend gevoel voor esthetiek hebben. Zij weten hoe het moet. Zij wéten wat mode is en hoe je je daarnaar moet kleden. Hoe je je huis moet inrichten. Hoe je lak moet hebben aan andermans mening over hoe het eigenlijk zou moeten. En hoe je – zelfs als man – make-up (of een rokje) draagt.
Niet dat ik dat allemaal doe, maar het fascineert me. Ik heb trouwens niet het hele LGB-rijtje in mijn groep liefste mensjes, maar de B (mijn platonische vriendin Lisa), de L (vriendin van Lisa en nu ook van mij), de G (mijn nieuwe sportmaat Gijs) en zelfs de T (ik viel zowat van mijn barkruk toen ik wist dat zij ooit een hij was) zijn vertegenwoordigd, voor zover ik weet. Natuurlijk zouden er ook A’s bij kunnen zitten, maar daar merk je weinig van. En in de plusgroep val je ook al snel. Ik ben bijvoorbeeld 40+, dat telt vast ook. Toch?
Laat het nu toevallig nog nét Pride Month zijn. En ik juist deze speciale, kleurige maand een serie op Netflix hebben ontdekt, die ik op onverklaarbare wijze fascinerend vind: The Queer Eye. Dat is een (soort van) reality tv show over een vijftal gender-ongedefinieerde, zeer fluïde heren (?) die zich de Fab Five noemen. Een uitermate feminien clubje dat arme, grijze muizen – én hun huizen – omtovert tot kleurige persoonlijkheden. De totale transformatie van lost souls op ieder levensvlak: wonen (home makeover), uiterlijk (kleding, kapsel en co.), personality (pimp je zelfbeeld, ditch de slons in combinatie met een hoop ‘je bent het waard’-praatjes) en kookkunsten (onder het motto: als je kunt koken, kun je alles).
Nooit gedacht dat ik zo’n idiote serie leuk zou vinden, maar het is op de een of andere manier zeer bevredigend om te zien hoe de meest verloren mensen met een beetje hulp in een week tijd tóch nog compleet kunnen veranderen. Dat geeft me hoop voor mijzelf. Ik kan mij namelijk geheel vereenzelvigen met elk van de slachtoffers van de Fab Five. Zoals zij zijn (pre-transformation), zo ben ik ook. Een teruggetrokken, slonzige nerd die ervan overtuigd is dat kleding enkel functioneel is (met andere woorden: nuttig zodat je niet naakt rondloopt) en eten evenzo. Er moet wat in, anders ga je dood.
En ja, ik heb best een aantal vrienden, anders had ik er niet vier uit het LGBT-rijtje. Maar het is meer dat zij mij vinden en uit mijn hol trekken dan omgekeerd. Lisa doet af en toe een poging om mij meer “uitgaansgeschikt” (ook wel ‘Swag’ te noemen, volgens de Fab Five) te maken. Gijs probeert me sportiever te krijgen, met een beter lichaam. En vroeger, toen de jongens van de Bordeauxrode Losers nog hier woonden, heeft Guido (die was ook een G) zijn uiterste best gedaan om het huis van een verantwoorde inrichting te voorzien. Ondanks dat hij zelf in het tuinhuis woonde. Het nodige zelfvertrouwen had ik nog van Igor kunnen leren, maar ik vind hem geen goed voorbeeld.
En dus kijk ik soms tot tranen geroerd naar de make-overs en transformaties van die Queer Eye mannetjes. En wens ik heimelijk dat we in Nederland ook zo’n show krijgen (iets met de Toppers of zo?). En dat iemand mij opgeeft voor zo’n show. Dat er plots vijf LGBTQI’ers voor de deur staan die mij eens even helemaal doen. Dat ik dan ook cool en crayzz ben.
Swag, weet je. En slay. Dat ook.
Ach, wie weet. Misschien ben ik zelf ook wel een beetje B.
Of T. Of Q. Maar nog steeds niet G.