
Fotobron: Pixabay.com
Bijna middaguur in het Spaanse havenplaatsje. Op een leeg terras aan de kade bivakkeert een echtpaar van onbestemde leeftijd. Ze zitten in de volle zon, aan een net iets te klein tafeltje. De man zweet uitbundig. Hij is dik, met melkbenen en blauwe badslippers aan de voeten. Zijn vrouw is bleek en tenger. Ze zit erbij als een in elkaar gedoken muisje.
“Die nasi hier is niet te vreten.” Het hoofd van de man hangt nu al enkele minuten boven een bord paella. “Er zitten allemaal harde stukjes vis in.” Hij kijkt zijn vrouw aan. “Het is net varkensvoer. Dat is toch niet normaal?”
De ogen van de vrouw schieten paniekerig heen en weer tussen de paella en de ober die een eindje verder onder een coca cola-parasol staat. “Kun je je eten niet lekker prakken zoals je thuis ook altijd doet? Of zal ik een biertje voor je bestellen?”
De man verbijt zich. Zijn vlezige lippen zijn vochtig van het zweet. “Hoe kan ik nou mijn eten prakken als er harde stukjes in zitten?” Hij schuift zijn bord opzij. “Dit blief ik niet.”
Zon kolkt over het terras. De man diept een pakje shag op uit zijn kontzak en begint langzaam een sigaret te draaien. Een palmboom wiegt zachtjes heen en weer in de föhnwind. Zomerzon schittert op de geparkeerde auto’s. Op sommige plaatsen is het asfalt gesprongen.
Vakantie is een strijd, denkt de man nurks. Hij tegen de zon. Het is om gek van te worden.
Hij likt zijn sigaret dicht. “Vierentwintig uur in een autobus en dan zo afgescheept worden.” Hij vloekt er bijna van.
“Denk toch aan je bloeddruk Herman. Probeer van het uitzicht te genieten.” De vrouw schuift heen en weer op haar terrasstoel. “We wilden toch allebei een keer de Middellandse Zee zien?”
De man plant een elleboog op tafel en trekt aan zijn sigaret. Hij tuurt getergd over de kade, ver weg richting horizon. “Die zee van jou…” Zweet parelt op zijn voorhoofd.
De straat trilt in de hitte. In de verte knettert een brommer.
“Herman, toe nou, je bent zo onrustig. Probeer je te ontspannen.”
“Ontspannen?” De neusvleugels van de man bollen op. “Ontspannen?” Hij wijst naar de kustlijn. “Moet je eens goed kijken naar al dat water. Is dat nou de Middellandse Zee?”
Zijn vrouw staart niets ziend naar haar handen.
“Kijk dan toch eens, mens! Zie jij hier meer water dan wanneer we op het strand in Katzand zitten? Nou? Moet jij mij eens uitleggen waar we in godsnaam voor betaald hebben.”
De vrouw begint zachtjes te snikken. Haar man maakt een wegwerpgebaar. Hij zakt onderuit tegen de rugleuning van zijn plastic terrasstoeltje. Zijn shirt houdt het niet meer. Een bierbuik gloeit rood op.
De man kreunt. Zijn armen bungelen langs zijn lijf naar beneden. Alles om hem heen lijkt te smelten. Hij voelt dat hij overloopt.
Dan gooit de man het hoofd in de nek. Zon schittert in zijn ogen. Hij spuwt de woorden uit. “We hadden verdomme toch ook gewoon een filmpje over Spanje kunnen kijken? Op YouTube of zo?” Enkele korrels paella maken een sierlijk boogje door de lucht.
Het snikken van de vrouw zwelt aan.
Pal boven haar hoofd is het middaguur inmiddels aangebroken en komt de koperen ploert langzaam tot volle wasdom. Klaar om haar en haar man er nog eens extra van langs te geven.