
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
“Pap?”
“Ja, pudding?”
“Ha ha. Zó grappig, jij. Gaat dat ooit over?”
“Nee.”
“Shit. Anyways, ik wou iets vragen.”
We kijken het nieuws. Het gaat over de Nederlandse Leopard-tanks die eindelijk in Oekraïne zijn aangekomen. Eigenlijk wil Simone geen nieuws meer kijken – en gelijk heeft ze; je zou depri worden van al die gebundelde ellende. Maar vandaag is ze blijven zitten.
“Misschien is het een stomme vraag, maar als we al ons militaire materieel aan Oekraïne hebben gegeven zoals die tanks en die F16s, dan zijn we toch een sitting duck voor Rusland? Gaan de Russen dan niet een keer Nederland aanvallen? Want dan zijn we ongewapend en weerloos. En Nederland doet steeds weer juist precies dat wat Poetin niet wil. Komt ie dan met die hele oorlog onze kant op?”
Tjee, wat een vraag. In mijn ogen ook wel een klein beetje een stomme vraag, maar dat zeg ik natuurlijk niet. Nu zet ze Poetin wel heel erg als de boeman neer. O wacht, Rusland IS de globale boeman, da’s waar ook.
Op deze vraag moet ik toch even kauwen. Simone kijkt me verwachtingsvol aan. Pa heeft immers op alles een geruststellend antwoord.
“Ja, ik denk het wel, ja. Als wij alles hebben weggegeven, wordt Oekraïne weer in het Russische moederland opgenomen, want die wapens van ons zijn natuurlijk een peulenschil voor de almachtige Russen. Daarna maaien ze dan gelijk ook Polen en Duitsland neer. Allebei weliswaar NAVO-landen, maar dat maakt geen zak uit; in Oekraïne zagen ze immers dat de NAVO niks meer is dan een keffende chihuahua. En Rusland is een dikke bruine beer.”
Ik neem een teug nog warme nazomerlucht om mijn relaas meteen weer te vervolgen: “Maar bij de grensposten van Venlo, Kerkrade en Dinxperlo houden de dappere Hollandse leeuwen die dikke beer tegen en wordt er heftig gevochten. En zoals altijd houden wij Geuzen stand, steken we de dijken door en zo. Of de vingers erin, maar dat is weer een ander verhaal. Hoe dan ook, wij overrompelen de grote boze Rus, zetten ‘m op zijn plek en dan is Nederland voor eeuwig de grote redder van heel Europa. En de wereld. Dus eh, geen reden tot zorg.”
Simone zucht eens diep. “Ik wist wel dat je zo’n vraag niet serieus zou nemen.”
“Hoe dan? Het is volledig onrealistisch. Ik weet niet hoe je erop gekomen bent, maar we geven echt niet ‘al ons materiaal’ aan Oekraïne. Alhoewel dat misschien best eens goed zou zijn, want dan kunnen we eindelijk fatsoenlijk nieuw spul kopen, wat wél bestand is tegen theoretische Russische invasies. Bovendien is Rusland ook niet gek, hè. Poetinsky gaat geen NAVO-landen aanvallen, hoe zwak die NAVO ook is.
Wat bijvoorbeeld wél zou kunnen, is dat Rusland, in navolging van die Kakhovka-dam bij Cherson, overgaat tot het opblazen van bijvoorbeeld de kerncentrale in Zhaporisja. Het schrikbeeld van de ramp in Tsjernobyl zijn we echt nog niet vergeten en de catastrofale gevolgen van de overstromingen door die dambreuk worden daar nu al mee vergeleken, in ieder geval wat betreft de gevolgen voor het milieu. Misschien bestaat de volgende fase van Poetins vernietigingskruistocht in Oekraïne uit de creatie van een gedemilitariseerde zone door nog zo’n catastrofaal nucleair ongeluk te veroorzaken. Wie weet. Maar dat zou tenminste enigszins realistisch zijn.”
Simone zucht zo mogelijk nog harder en rolt met haar ogen. “Als je het wilt weten: we hadden het er op school over. Jonne en Lars zijn ervan overtuigd dat Rusland straks ook andere landen, en dan vooral Nederland, gaat aanvallen. Voor een nieuwe wereldorde onder Russisch autocratisch bewind. En nu zie je het ook weer op tv: Nederland geeft steeds weer zwaar militair materieel weg. Dat is dan toch gewoon stom?”
Ik zet het nieuws uit.
“Skatteboutie, het journaal doet jou geen goed. Jij bent kennelijk ook een slachtoffer van de huidige Trumppoetinoekraïnemoslimterrorismeklimaatmoordendoodslagplasticsoep-atoombomrecessie *. [sorry voor alle mensen die dit op hun mobiel lezen, daar zal dit woord zeer waarschijnlijk niet goed doorkomen, maar het eindigt op ‘-recessie’.]
Daardoor – en door al dat overige verrotte nieuws – krijg je keer op keer de indruk dat werkelijk álles misloopt in de wereld. Dat de Nederlandse overheid alleen maar rare dingen doet. Dat we van de ene crisis naar de andere hobbelen. Dat de recessie ons allemaal gaat verpletteren en vermoorden. En dat het overal oorlog is.
Goed, dat ís ook allemaal zo, maar daarbij vergeten ze totaal om ook zo af en toe eens te vermelden dat wij westerse mensen het nu, in het huidige tijdsgewricht, nog steeds beter hebben dan ooit tevoren. Jouw leven was twintig jaar geleden niet zo goed geweest als nu. Hangt er natuurlijk vanaf hoe je ‘goed’ definieert, maar je hebt in ieder geval alles wat je wilt, nog steeds genoeg te eten, liefdevolle ouders, ook al zijn die dan gescheiden, alle mogelijkheden tot gedegen educatie én alle kansen in de wereld om vooruit te komen. Net als al veruit de meeste andere Nederlandse jongeren van jouw leeftijd. En dát zie je dus niet, werkelijk nóóit, op dat verhipte journaal. Daarvan moet je jezelf dus steeds weer bewust maken. Je moet het goede voelen. Een beetje optimisme mag.”
“Zegt de eeuwige en enige pessimist in deze kamer,” schampert ze terug.
“Ik mag dat. Ik ben de lokale boeman. En ik verlies sowieso alle oorlogen.”
*) Nee, dat prachtige, nieuwerwetse woord is helaas geen vondst van mij; zo origineel ben ik niet. Het is een creatie van mijn waarde collega en FD-columnist J. van Os en ik kon niet anders dan het subiet uit mijn hoofd leren. En als het even kan, breng ik het bij een conversatie te berde. Zo ook hier.