
Bron: pixabay.com 7718430
Die vermaledijde demonen krassen hun nagels tegen de vochtige muren van de krochten waarin ik ze verstopt heb. De littekens van mijn jeugd kloppen op het ritme van mijn hart. Onzichtbaar, maar het doet oh zo’n pijn.
Inmiddels ben ik wel wat gewend. Deze depressieve gevoelens komen eens in de zoveel tijd naar boven, en ik heb dat maar te accepteren. Jaren van therapie heeft niet veel meer gedaan dan inzicht geven. Wegdrinken van gevoelens kostte mij bijna mijn huwelijk en mezelf overschreeuwen met humor bleek een placebo te zijn.
Grenzen stellen. Dat helpt. Niet meer vier dagen per week verplichtingen aangaan. Eens in de zoveel tijd een weekend zonder sociaal contact zorgt voor lucht. Mezelf terugtrekken creëert wat ruimte in mijn hoofd. Tijd nemen. Geen mensen om mij heen, en al helemaal niet mijn geliefden. Wandelen met de hond, snoeiharde metal op mijn koptelefoon, vloeken als een dokwerker. Het dempt de depressie.
Maar de demonen zijn gitzwart. Ze weigeren volgzaam te zijn. Vloeken, schreeuwen, stilte; het zijn tijdelijke oplossingen. Eens in de zoveel tijd moeten de demonen naar boven kruipen. Ze zullen laten weten dat ze er zijn. En ik moet door die pijn. Keer op keer, voor de rest van mijn leven.
Er is geen aanleiding voor. Deze demonen zijn als onverwachte visite; ineens staan ze voor de deur en ze gaan pas weg als ze verzadigd zijn. Ik kan niets anders doen dan accepteren dat ze er nu eenmaal zijn. Een kopje tampon-koffie uit de Senseo en een droog koekje kan er best vanaf. Vriendelijk glimlachen en ze zo snel mogelijk de deur uitwerken. Dat lijkt de enige optie.

Bron: Pixabay.com 2028627
Het is wat het is. Chronische depressie zit nu eenmaal in de familie. Hoewel de verschillende instanties mij geen stempel willen geven. Ik heb namelijk ook een nogal beschadigende jeugd meegemaakt, met veel verwaarlozing en misbruik. Nooit heb ik geleerd om met emoties om te gaan en dat gebrek zorgt ervoor dat ik de hele dag keihard aan het werk ben om zo normaal mogelijk te lijken. Dat kost zo veel energie dat mijn hersenpan eens in de zoveel tijd aan de noodrem trekt.
Eigenlijk heb ik dubbel geluk: én de verkeerde genen én een kutjeugd.
Geen wonder dat die demonen naar hartenlust aan mijn ziel krassen.
Herkenbaar,heel veel sterkte!