Mijnheer De Graaf keek door zijn nog half gesloten ogen naar het gezicht van zijn vrouw, op het kussen naast hem. Hij walgde van haar.
“Kijk die kleur-is”
Als slager was mijn vader een uitmuntend vakman. Maar achter de toonbank staan? Brrrrrrrr, nee dat kostte klanten.
Misha
Misha nam het leven met een lach, hij was ontsnapt aan de hel van ’40-’45 en realiseerde zich dat elke minuut van de dag. Daarom maakte hij van z’n leven de hemel, de hel had hij al gezien.
De studente
Boven de slagerij waren drie etages, met per etage twee kamertjes en een minikeuken, Lou was eindelijk dood en een dame (van lichte zeden) had het woninkje betrokken. Ze heette Greet.
Even schudden (verhaal uit de Jordaan)
Elke ochtend wanneer mijn vader bij de winkel aankwam, lag er een hoop hondenpoep voor de deur en kon hij eerst beginnen poep te ruimen. Na enkele weken ging mijn vader vroeger naar de winkel om te kijken wie zijn hond voor de deur liet poepen.
Saar en Max
Saar – zo heette mijn ruwharige teckel – was slim, héél slim. Ze was altijd bij mij. Mijn eerste vrouw was overleden en iedereen dacht dat ik haar weg zou doen.
Ome Lou uit de Jordaan
Lou heette hij en woonde boven de slagerij van mijn vader, in de Amsterdamse Jordaan.
Ik was in die tijd een jaar of vijftien en vond ome Lou wel sympathiek. Zoals ik alle vreemde en rare mensen sympathiek vind, nu en toen ook al.