
Fotobron: Pixabay.com
Mannen hebben hobby’s. En dat schijnt gepaard te moeten gaan met sterke verhalen, onder het genot van bier en bitterballen. Over snoeken van twee meter lang die ze op het droge wisten te krijgen. Of over een (in een ver verleden) eigenvoetig gemaakt doelpunt met een omhaal à la Van Basten.
Een vis staat nog wel eens op de foto, maar van zo’n wondergoal moeten we het dan maar geloven. Want helaas (of gelukkig) waren er geen camera’s bij. Dat is namelijk nooit zo in de tiende klasse amateurs. Zelfs geen smartphone had het hoogstandje vastgelegd, want die waren er toen nog niet. Als je nu jong zou zijn, was je kostje bij Juventus of Barcelona gekocht.
Ook de innige gevoelsband van een man met zijn auto kan natuurlijk niet zonder broodje-aapverhalen. Hoe je die mega-file die je opeens in de verte zag opdoemen wist te omzeilen door hangend aan het stuur, met gierende banden op het aller-allerlaatst de afslag te nemen waar je al bijna voorbij was. En dat je daarbij ook nog een overstekend konijn ontweek.
Je won er minstens een uur mee. En je weerstond ook nog alle pogingen van je navigatie om je met een sexy vrouwenstem terug naar de snelweg te lokken, waar het nog steeds muurvast stond. Je kreeg het er warm van. Gelukkig stond thuis het bier koud.
Of die keer dat je dankzij je mannelijke intuïtie en een feilloos richtingsgevoel een snellere route naar je bestemming wist dan je navigatie, en daar ook voor ging. Ondanks de protesten van je vriendin die de hele weg geen woord meer tegen je zei (maar die ‘s avonds in bed haar ongelijk had toegegeven en het meer dan goedgemaakt had).
De bekeuring die je in een reflex voorkwam door bovenop je rem te gaan staan toen je opeens een flitser zag. De kettingbotsing die je daardoor bijna veroorzaakte, was slechts een detail. Je moest die irritante linksrijder gewoon voorbij. Rechts, met 180 per uur.
Bewondering bij iedereen dwing je af met verhalen over hoe je zelf een bijzondere auto uit het buitenland hebt geïmporteerd. Die klassieke Citroen DS die je in een schuurtje ergens diep in Frankrijk zag staan of een dikke Duitse bolide in een uitvoering die in Nederland niet wordt geleverd. Desnoods een doodgewone Toyota.
Hoe ingewikkeld dat is, dat je zo ongeveer een universitaire studie moest maken van alles wat erbij komt kijken om het voor elkaar te krijgen. Douane, BPM die geregeld moet worden, registratie en keuring bij de RDW.
Stapels ondoorgrondelijke formulieren invullen, eindeloze telefoontjes, onwillige ambtenaren. Maar dat een handige jongen als jij wel even voor een schijntje aan een auto is gekomen waar de gemiddelde sukkel de hoofdprijs voor betaalt.
En dan maar hopen dat er niet zo’n slimmerik meeluistert die je verhaal lek prikt. Omdat zelf importeren helemaal niet zo ingewikkeld is. Dat je alle deskundigheid tegen een schappelijk prijsje kan inhuren, desnoods alle gedoe kan uitbesteden aan deskundigen die dagelijks met dat bijltje hakken. Voor dikke (en heel gewone) auto’s uit Duitsland bijvoorbeeld bij Das Import. Dat is pas een goed verhaal!