Vandaag werk ik in het centrum van Venlo. Ik weet dat er een tentje is waar ze goede, verse friet verkopen. En -omdat het lekker weer is- wilde ik mezelf vanmiddag trakteren op vette hap.
Vlak voordat ik mijn pc op slaapstand zette las ik nog even snel de blog van Maurits, over dikkertjes. En ineens durfde ik geen friet meer te halen.
Maurits heeft natuurlijk een punt. De kilo’s blijven maar aanspoelen, en een gefrituurde lunch doet mij wat dat betreft geen goed. Hoe lekker zo’n friet met mayo ook is. Een goede fruitsalade is in mijn geval veel slimmer. Alleen had ik daar helegaar geen zin in.
De eeuwige boterhammen met komijnenkaas was ik zó beu. En mijn donker bammetje met pindakaas? Ik kon niet eens de geur aan. Vooral omdat mijn hersenen mijn smaakpapillen aanspoorden om goed zoute frietjes te kopen. Het water liep in mijn mond, alleen al bij de gedachte aan de lichtbruin gebakken, vers gesneden aardappelsnack. Maar het relaas van Maurits wurmde zich in mijn schuldgevoel. Mijn maag draaide zich om en het lood zat in mijn schoenen, mij nóg zwaarder makend dan ik al ben.
En dat enkel om een verhaal van 700 woorden.
“Doe ff normaal, eikel,” sprak ik mezelf vermanend toe, “je vreet de hele week al gezonde toelie. En je beweegt je het leplazerus. Één bakje friet maakt je echt niet dikker hoor.”
Natuurlijk had ik gelijk. Vond ik.
En rond 13.00u stapte ik parmantig het kantoor uit, op weg naar de Vietnamese frietboer. Fuk Maurits, en zijn vet aangezette mening!
Toch stapte ik ietwat beschaamd het etablissement in. De dampende woorden van mijn collega in mijn achterhoofd.
“Wat kost bij jullie een frietje met?” vroeg ik aan de dame met het mondkapje. “Klein of groot?” Schreeuwde ze terug. “Klein, doe maar,” en daar had Maurits tóch een beetje zijn zin. “€ 2,40,” gilde ze.
HOEVEEL?
Gedesillusioneerd stapte ik de cafetaria uit. Wat een belachelijk hoog bedrag voor een klein bakje bintjes.
En een kwartier later zette ik strontchagrijnig mijn tanden in een boterham met komijnenkaas.
Maurits zal trots op mij zijn.